Spaans cultureel erfgoed toont voor de eerste keer een Vlaams muzikaal meesterwerk uit 1578

Spaans cultureel erfgoed toont voor de eerste keer een Vlaams muzikaal meesterwerk uit 1578
Beeld: Patrimonio Nacional / web

Spaans cultureel erfgoed toont voor de eerste keer een Vlaams muzikaal meesterwerk uit 1578

Het Spaanse Nationaal Erfgoed heeft een prachtig Virginaal uit 1578 van de Vlaming Hans Bos geïnstalleerd in de Galerij van de Koninklijke Verzamelingen. Dit gebeurde na restauratie, studie en analyse in de werkplaatsen van het Koninklijk Paleis van Madrid. Het subtiel gedecoreerde stuk is een meesterwerk van tokkelinstrumenten en zal in de Oostenrijkse kamer tentoongesteld blijven, totdat het nieuwe museumproject voltooid is dat installatie in het koninklijke klooster van Santa Clara de Tordesillas in Valladolid mogelijk maakt.

De Virginaal is een snaarinstrument met een rechthoekig lichaam. Aan de binnenkant van de voorkaft is behang aangebracht, terwijl de bovenkant een delicaat schilderij heeft met een allegorie van de vijf zintuigen, waarbij het gehoor opvalt. Dit wordt gesymboliseerd door een afbeelding van een luitspeler, een muzikant die zich klaarmaakt om te spelen, en een groep bestaande uit een cellist en twee violisten.

De maker, Hans Bos, was een van de pioniers en belangrijkste ontwikkelaars van toetsinstrumenten in Vlaanderen. Het is nog onduidelijk hoe het stuk in het koninklijke klooster van Santa Clara de Tordesillas belandde, maar er zijn aanwijzingen dat het mogelijk deel uitmaakte van de bruidsschat van een adellijk meisje dat toetrad tot de orde.

Het virginaal, een lid van de klavecimbelfamilie, ontstond in de 15e eeuw en werd snel populair in heel Europa, vooral in de Nederlanden, Italië en Engeland. Het instrument dankt zijn naam mogelijk aan zijn associatie met jonge vrouwen of ‘maagden’ die er vaak op speelden.

In tegenstelling tot het grotere klavecimbel, heeft het virginaal een rechthoekige vorm en zijn de snaren parallel aan het toetsenbord geplaatst. Dit compacte ontwerp maakte het instrument ideaal voor huiselijk gebruik, en het werd een favoriet onder aristocraten en welgestelde burgers.

Het virginaal onderscheidt zich door zijn unieke constructie. De snaren worden getokkeld door kleine pennetjes, plectra genaamd, die bevestigd zijn aan tangenten die door de toetsen worden geactiveerd. Dit mechanisme produceert een helder, tinkelend geluid dat kenmerkend is voor het instrument.

De klankkast van het virginaal, vaak rijkelijk versierd met schilderingen, inlegwerk of verguldsel, draagt bij aan de akoestische eigenschappen van het instrument. De dunne wanden en de gespannen snaren creëren samen een resonante ruimte die de delicate klanken versterkt en verrijkt.

Het virginaal was meer dan alleen een muziekinstrument; het was een statussymbool en een weerspiegeling van de culturele verfijning van zijn eigenaar. Rijk gedecoreerde virginalen waren kostbare bezittingen die vaak werden besteld bij gerenommeerde instrumentenbouwers en versierd door vooraanstaande kunstenaars.

In de schilderkunst van de Nederlandse en Vlaamse meesters uit de Gouden Eeuw zijn talrijke afbeeldingen van virginalen te vinden, wat het belang van het instrument in het culturele leven van die tijd onderstreept. Deze schilderijen bieden waardevolle inzichten in de sociale context waarin het virginaal werd bespeeld en gewaardeerd.

Hoewel het virginaal zijn oorsprong vond in Noord-Europa, heeft het instrument ook zijn weg gevonden naar het Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal). Een opmerkelijk voorbeeld van de aanwezigheid van het virginaal in Spanje is het instrument dat Hans Bos in 1578 heeft gebouwd, dat nu deel uitmaakt van de collectie van Patrimonio Nacional. Dit virginaal, met zijn verfijnde decoraties en uitstekende staat van bewaring, is een tastbaar bewijs van de culturele uitwisseling tussen de Nederlanden en Spanje in de 16e eeuw.

Ga naar de inhoud