Net voor het eerste grote zomerweekend zijn de brandstofprijzen in Spanje opnieuw gestegen. Volgens de nieuwste cijfers van de Europese Unie is diesel deze week met bijna 2 % duurder geworden en benzine met bijna 1 %. Dat gebeurt vlak voor het drukke reisweekend van 4 tot en met 6 juli.
Diesel kost nu gemiddeld 1,425 euro per liter, het hoogste bedrag sinds half april. Benzine zit ook weer boven de 1,50 euro per liter. Dat zijn geen records, maar wel de hoogste prijzen van de afgelopen maanden.
Toch is tanken in Spanje nog altijd goedkoper dan een jaar geleden. Een volle tank diesel (55 liter) kost nu zo’n 78 euro, terwijl dat vorig jaar nog 3,50 euro meer was. Voor benzine betaal je 82,50 euro, dat is bijna 7 euro minder dan in juli 2024.
In vergelijking met andere Europese landen blijft Spanje ook voordelig. Benzine is hier ongeveer 3 % goedkoper dan het gemiddelde in de EU en diesel bijna 2 % goedkoper. Dat komt onder andere door lagere belastingen.
Ter vergelijking: in Nederland betaal je gemiddeld 1,92 euro voor een liter benzine en 1,70 euro voor diesel. In België ligt de prijs voor benzine op 1,57 euro en voor diesel op 1,69 euro. Vakantiegangers die door Frankrijk rijden, zien prijzen van 1,74 euro voor benzine en 1,64 euro voor diesel. Luxemburg blijft het goedkoopst, met 1,46 euro voor benzine en 1,41 euro voor diesel.
De stijging van de brandstofprijzen wordt vooral veroorzaakt door spanningen in het Midden-Oosten, waardoor de olieprijs wereldwijd omhooggaat. De prijs van Brent olie ligt nu rond de 68 dollar per vat en die van Amerikaanse olie op ongeveer 66 dollar.
De prijzen aan de pomp reageren meestal met enige vertraging op veranderingen in de olieprijs. Ook binnenlandse factoren zoals belastingen, accijnzen en transportkosten spelen een rol bij de uiteindelijke prijs aan de pomp. De Weekly Oil Bulletin van de Europese Unie kijkt naar gemiddelde prijzen per land, waardoor de daadwerkelijke prijzen tussen regio’s kunnen verschillen.