Steeds meer internationale investeerders richten hun aandacht op het onroerend goed in het noorden van Spanje, een gebied dat voorheen minder populair was onder rijke buitenlandse kopers. Van Galicië tot de Pyreneeën krijgen deze regio’s steeds vaker belangstelling van high-end vastgoedklanten. Vastgoedexperts signaleren een duidelijke verschuiving in de voorkeuren van kopers.
In tegenstelling tot de traditionele populaire bestemmingen zoals de Balearen en de Costa del Sol, is er een toenemende belangstelling voor luxe woningen in het noorden van Spanje. Een belangrijke factor achter deze verschuiving naar het noorden is de behoefte om de hitte van het zuiden te vermijden.
Een makelaarskantoor heeft gemeld dat een Duits stel, dat al in het bezit is van een tweede woning in Altea, recentelijk 1,8 miljoen euro heeft geïnvesteerd in een huis in Galicië. Dit is specifiek gedaan om de zomerse hitte te ontvluchten. Dit fenomeen, waarbij mensen verhuizen van het Middellandse Zeegbeid naar naar “het koelere Spanje”, wordt onderbouwd door een rapport van CaixaBank Research, waarin een verwachte stijging van 22% in vastgoedtransacties in Galicië voor 2025 wordt aangegeven.
Een ander makelaarskantoor merkt op dat naast buitenlandse / internationale ook nationale kopers hun woonlocatie aanpassen als gevolg van klimaatverandering. Terwijl de vraag naar luxe woningen toeneemt, zijn experts het erover eens dat privacy en ruimte belangrijke overwegingen zijn voor buitenlandse kopers.
Wat betreft de voorkeuren van de kopers, blijkt dat traditionele stenen huizen steeds populairder worden in het noorden. Deze trend wordt omschreven als “luxe in stilte”. Kopers willen zich niet altijd in het middelpunt van de belangstelling bevinden en kiezen voor rustige locaties, weg van de drukte van toeristen, aldus een makelaar in Asturië.
Daarnaast speelt de politieke situatie in de VS een rol in de verhuisbeslissingen van sommige Amerikanen. Jonge rijken zijn steeds meer geïnteresseerd in de leefkwaliteit in het noorden van Spanje. De vastgoedprijzen in het noorden zijn aantrekkelijker dan in andere populaire kustgebieden; voor tussen de drie en zes miljoen euro kunnen kopers prachtige woningen verwerven.
Er is een opmerkelijk verschil in onroerendgoedprijzen tussen het noorden van Spanje en de meer gevestigde markten aan de zuid- en oostkust van het Spaanse vasteland. De meeste transacties vinden plaats tussen de vraagprijs en 10% daaronder.
Het internationale makelaarskantoor Engel & Völkers heeft recentelijk gegevens gepubliceerd die aanzienlijke prijsstijgingen in verschillende gebieden tonen. In Cantabrië steeg de gemiddelde prijs per vierkante meter in 2024 met 107% vergeleken met 2023 naar 4110 euro. In Pontevedra is de prijs gestegen met 44%, terwijl Álava een stijging van 28% heeft gezien.
Ondanks deze stijgingen blijven de prijzen in het noorden nog steeds lager dan in populaire plaatsen zoals Marbella, waar de gemiddelde prijs per vierkante meter 8650 euro bedraagt, of Santa Eulalia del Río (Ibiza) met 5363 euro.
Het percentage buitenlandse kopers in het noorden van Spanje is echter nog steeds aanzienlijk lager dan in de meer populaire kustregio’s. Volgens data van het Colegio de Registradores, bedroeg het percentage buitenlandse kopers aan het einde van 2024 slechts 2% in Galicië, vergeleken met bijna 33% in de Balearen en 27% in de Canarische Eilanden.
Deze cijfers wijzen op een enorme kans voor het noorden van Spanje om aantrekkelijker te worden voor buitenlandse investeerders, vooral gezien de veranderende voorkeuren door klimaatverandering, privacy en de beschikbaarheid van grotere woningen tegen concurrerende prijzen. Het lijkt erop dat het noorden van Spanje de komende jaren steeds meer in de schijnwerpers zal komen te staan voor rijke buitenlanders.