Volgens een nieuw rapport van Fundación BBVA moeten jonge Spanjaarden mogelijk tot hun 71e blijven werken om een pensioen te krijgen waarmee ze hun huidige levensstijl kunnen behouden. Dit geldt vooral als ze in totaal maar 30 jaar sociale premies betalen.
Veel jongeren beginnen tegenwoordig laat met werken, vaak pas na hun studie. Daarbij hebben ze ook vaker tijdelijke contracten en lage lonen. Hierdoor bouwen ze minder pensioen op dan vorige generaties. In 2024 had slechts 43 % van de jongeren tussen 16 en 29 jaar werk.
Vanaf 2027 moet je minstens 38,5 jaar gewerkt hebben om op je 65e volledig met pensioen te kunnen gaan. Lukt dat niet, dan schuift de pensioenleeftijd op. Met 30 premiejaren zou dat dus pas met 71 jaar kunnen zijn.
Een ander probleem is dat het pensioenpercentage — wat je ontvangt ten opzichte van je laatste salaris — daalt. Nu is dat nog 77 %, maar in de toekomst kan dat dalen naar 75 % of zelfs 58 %.
De regering is van plan het pensioensysteem verder te hervormen. Denk aan langer doorwerken, een langere berekeningsperiode voor het pensioen en aanpassingen aan de levensverwachting. Deze veranderingen maken het voor jongeren nog lastiger om op tijd genoeg pensioen op te bouwen.
Het rapport raadt jongeren aan om op tijd te beginnen met sparen of een aanvullend pensioen af te sluiten. Zo hoeven ze later misschien niet tot hun 71e door te werken om rond te komen.