De nieuwste bevolkingscijfers laten zien dat Spanje nu bijna 49 miljoen inwoners heeft. Dit is een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van de Spaanse geschiedenis, grotendeels dankzij migratie uit andere landen. Van alle buitenlandse inwoners zijn er bijna 110.000 afkomstig uit Nederland en België.
De bevolking die op 1 oktober 2024 in Spanje woonde, telde exact 48.946.035 mensen. Dit aantal staat gelijk aan een recordaantal in de historische reeksen van de Spaanse bevolking. Wat opvalt is dat de groei vooral wordt aangedreven door de instroom van buitenlandse migranten, terwijl het aantal geboren Spanjaarden afneemt.
In het derde kwartaal nam het aantal buitenlandse inwoners toe met 101.568, tot 6.735.487, terwijl het aantal Spaanse inwoners met 33.322 steeg. Kortom, de totale bevolking in Spanje groeide met 134.890 mensen. Jaarlijks geschat bedroeg de bevolkingsgroei 425.801.
In Spanje wonen 6,73 miljoen buitenlandse inwoners, waaronder ook mensen afkomstig uit Nederland en België. Zo zijn er maar liefst 55.312 Nederlanders die hun verblijf in Spanje hebben geregistreerd, terwijl het aantal Belgen dat hetzelfde heeft gedaan op 53.460 ligt. Dit betreft specifiek de Nederlanders en Belgen die officieel ingeschreven staan in het bevolkingsregister van de gemeenten waarin ze zich hebben gevestigd.
Volgens de nieuwe bevolkingscijfers van het Spaanse Statistiekbureau (INE) waren de belangrijkste nationaliteiten van migranten in het derde kwartaal van 2024 de Colombianen (34.600 personen), Marokkanen (25.500) en Spanjaarden geboren in het buitenland (25.200).Daarna komen de Venezolanen (21.200), de Peruanen (15.800), de Italianen (9.000), de Argentijnen (7.300), de Oekraïners (7.000) en de Roemenen (5.700).