Het Algarrobico-hotel in Carboneras (Almería) is al meer dan twintig jaar onderwerp van juridische en politieke strijd. De centrale regering heeft onlangs aangekondigd het hotel binnen vijf maanden te willen slopen, na goedkeuring van de onteigening van het terrein. Dit kan het einde betekenen van een lange reeks juridische gevechten.
In 1987 werd het natuurpark Cabo de Gata-Níjar opgericht, waarbij het gebied van El Algarrobico aanvankelijk niet werd opgenomen. Een jaar later, in 1988, trad de Kustwet in werking, die een bouwverbod instelde binnen een strook van 100 meter vanaf de kustlijn. In 1994 keurde de Junta de Andalucía het Plan voor de Ordening van Natuurlijke Hulpbronnen goed, waarin El Algarrobico werd aangemerkt als niet-bebouwbaar gebied. Echter, in 1997 wijzigde de regionale overheid deze classificatie, waardoor bouwactiviteiten in het gebied werden toegestaan.
In januari 2003 verkreeg projectontwikkelaar Azata de bouwvergunning voor het hotel, na een aanvraag in 2001. De bouwwerkzaamheden begonnen in mei van datzelfde jaar. In 2006 leidde een klacht van de milieuorganisatie Salvemos Mojácar tot een gerechtelijk bevel om de bouw stil te leggen. De toenmalige president van de Junta de Andalucía kondigde aan het hotel te zullen aankopen met het recht van terugkoop en het vervolgens te slopen.
In 2008 bevestigde het Hooggerechtshof van Andalusië (TSJA) de stopzetting van de bouwwerkzaamheden. Daarnaast verklaarde een rechtbank in Almería de verleende bouwvergunning ongeldig, een beslissing waartegen de gemeente in beroep ging. De Nationale Rechtbank oordeelde eveneens dat het gebouw zich in een beschermd gebied bevond.
In 2010 bepaalde het Hooggerechtshof dat het hotel was gebouwd op grond met de hoogste beschermingsstatus. Een jaar later bereikten de Junta de Andalucía en de centrale regering een samenwerkingsakkoord waarin werd vastgelegd dat de staat zou opdraaien voor de sloopkosten van het hotel, terwijl de Junta verantwoordelijk zou zijn voor het beheer van het puin en het herstel van het strand.
In 2012 verklaarde het Officiële Bulletin van de Junta de Andalucía (BOJA) de gronden van El Algarrobico tot beschermd en niet-bebouwbaar gebied. Het TSJA bevestigde dat het terrein niet bebouwbaar had moeten zijn, zoals vastgelegd in 1994. Echter, in 2014 volgde een reeks uitspraken van het TSJA die de gronden opnieuw als bebouwbaar bestempelden en de in 2003 verleende bouwvergunning valideerden.
In 2016 vernietigde het Hooggerechtshof de uitspraak van het TSJA die het terrein als bebouwbaar had verklaard en stelde vast dat het om een milieubeschermd gebied ging. Slechts een jaar eerder, in 2015, had het TSJA nog geoordeeld dat de gemeentelijke bouwvergunning niet ongeldig hoefde te worden verklaard.
Na enkele jaren zonder noemenswaardige ontwikkelingen, oordeelde het Hooggerechtshof in 2023 dat de bouwvergunning, die twintig jaar eerder was verleend, nog steeds volledig geldig was. Het Hof erkende de complexiteit van het slopen van het gebouw via juridische weg en verplichtte de gemeente om de vergunning ambtshalve te herzien, een proces dat nog in gang is.
In 2025 kondigde de centrale regering aan het hotel binnen vijf maanden te zullen slopen, mits er geen nieuwe juridische obstakels opduiken die het proces opnieuw zouden kunnen vertragen.