Spanje overweegt een betalingssysteem voor het gebruik van de autovías (snelwegen) om onderhoudskosten te dekken. Dit voorstel is eerder afgewezen, maar krijgt nu opnieuw aandacht, mede door druk van Seopan, een branchevereniging van bouwbedrijven.
Seopan stelt voor om 2,8 cent per kilometer te rekenen voor personenauto’s en 8,2 cent voor vrachtwagens. Dit zou gebaseerd zijn op investeringen in het wegennet en geregistreerd verkeer. Eerdere discussies gingen uit van slechts 1 cent per kilometer, waardoor de nieuwe tarieven een aanzienlijke verhoging betekenen. Voor een rit van 100 kilometer zou een automobilist 2,80 euro betalen.
Het systeem zou kunnen werken met een ‘free flow’-technologie, waarbij geen fysieke tolpoorten nodig zijn. Kentekens worden automatisch geregistreerd en gebruikers krijgen achteraf een factuur. Dit voorkomt opstoppingen en zorgt voor een vlottere doorstroming van het verkeer.
Critici wijzen op mogelijke nadelen. Extra kosten kunnen een last vormen voor weggebruikers, vooral nu de kosten van levensonderhoud al stijgen. Bovendien kan een tolheffing ongelijkheid veroorzaken tussen regio’s waar sommige wegen nu tolvrij zijn. Ook de bestemming van de opbrengsten is een discussiepunt: wordt het geld daadwerkelijk gebruikt voor wegenonderhoud of elders ingezet?
Goede controle is nodig, zodat ook buitenlandse chauffeurs betalen. Veel mensen zijn gewend aan gratis snelwegen, dus het zal lastig zijn om iedereen te overtuigen. Daarom is duidelijke uitleg belangrijk om te laten zien dat dit voor betere wegen en veiligheid zorgt.
Het debat over tolwegen in Spanje blijft complex en gevoelig. De balans tussen infrastructuurkosten en de lasten voor gebruikers zal bepalend zijn voor de uiteindelijke invoering van het systeem.