Voor de lezers die er nog niet bekend mee zijn, BoerBurgerBeweging (BBB) is een Nederlandse politieke partij die als doel heeft zich in te zetten voor de leefbaarheid op het platteland en voor de agrarische sector. Bij de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2023 behaalde de partij direct in alle provincies de meeste stemmen. Staat Spanje met SOS Rural iets soortgelijks te wachten tijdens de gemeente- en regionale verkiezingen op 28 mei?
Het Spaanse platteland beweert er schoon genoeg van te hebben en heeft, om zijn stem te laten horen, een burgerbeweging opgezet om op de Nederlandse BBB-partij te lijken. Voor de Spaanse boeren zijn de recent aangekondigde publieke steunmaatregelen van 2,2 miljard euro niet voldoende geweest om de ontevredenheid in de sector te kalmeren. Zozeer zelfs dat het platform SOS Rural ‘spontaan’ is gevormd met de bedoeling invloed uit te oefenen op de Spaanse politiek. Op dit moment definiëren ze zichzelf niet als onderdeel van een specifieke ideologie (niet links en niet rechts) maar als verdedigers van hun eigen zaak. Ze hebben al contact met andere partijen die de landbouw verdedigen, zoals die in Nederland, Duitsland en Frankrijk.
De achtergrond van de beweging is dat ze beweren dat niemand eigenlijk naar hen luistert. Daarom hebben ze een demonstratie op zondag 14 mei in Madrid georganiseerd met tractoren, paarden en andere opzichtige attributen. Het idee was om verder te gaan dan de protestactie die op 20 maart 2022 in Madrid werd georganiseerd. Bovendien wordt de sector nu ook geconfronteerd met de uitdaging van de aanhoudende droogte, een wijdverspreid probleem in het hele land, vooral in de primaire sector.
SOS Rural vertegenwoordigt alle activiteiten op het platteland zoals landbouw, veeteelt, visserij en jacht en bestaat uit ongeveer 300 verenigingen. Sterker nog, volgens bronnen binnen de organisatie hebben sommige van deze verenigingen zich moeten distantiëren van de manifestatie op zondag 14 mei omdat ze “onder druk worden gezet en bedreigingen ontvangen” en “waarschuwingen hebben gekregen dat steun en subsidies die het voortbestaan van deze beroepsorganisaties mogelijk maken, herzien kunnen worden”.