In het afgelegen dorp Espierba, gelegen in de Pyreneeën van Aragón, woont Ángel Luis Saludas, een herder met een bijzondere missie. Al 47 jaar lang werkt hij met de hand aan een woordenboek van het belsetano, een dialect van het Aranees dat slechts door ongeveer 20 mensen wordt gesproken. Zijn doel is om deze bijna uitgestorven taal te behouden voor toekomstige generaties.
Het belsetano wordt gesproken in de vallei van Bielsa, in de provincie Huesca. Ondanks dat het Aranees ongeveer 10.000 sprekers heeft, is het belsetano een van de meest bedreigde varianten. Saludas merkte op dat er geen serieuze studies over deze taal waren en besloot zelf het initiatief te nemen. Zijn inspanningen zijn vastgelegd in de documentaire “21.000 palabras (Un capezuto e dos collons)”, waarin niet alleen zijn werk wordt belicht, maar ook de culturele context van de taal.
De documentaire, mede mogelijk gemaakt door bijdragen van 194 donateurs via het crowdfundingplatform Verkami, heeft meer dan 6600 euro opgehaald, ruim boven het beoogde bedrag van 3000 euro. Dit toont aan dat er een groeiende belangstelling is voor het behoud van regionale talen en dialecten in Spanje.
Saludas uit zijn frustratie over het gebrek aan institutionele steun voor het Aranees en zijn varianten. Hij stelt dat ondanks de autonomie van Aragón er weinig is gedaan om deze talen te beschermen. Zijn woordenboek is niet alleen een linguïstisch project, maar ook een cultureel manifest dat de waarde van het belsetano benadrukt.