In Spanje is er een opmerkelijke stijging van het aantal mazelengevallen (Spaans: sarampión). Terwijl er in 2023 slechts 14 bevestigde gevallen waren, steeg dit aantal in 2024 naar 229. In de eerste weken van 2025 (van 1 januari tot 9 maart) zijn er al 142 bevestigde gevallen gemeld, wat meer dan de helft (62%) is van het totale aantal gevallen van vorig jaar.
Het Spaanse ministerie van Volksgezondheid heeft naar aanleiding van deze situatie een snelle risicobeoordeling uitgevoerd. Hierin wordt benadrukt dat het essentieel is om de vaccinatiegraad voor beide doses boven de 95% te houden in alle autonome gemeenschappen. Dit percentage is nodig om groepsimmuniteit te bereiken en de verspreiding van het zeer besmettelijke mazelenvirus te voorkomen.
Echter, op nationaal niveau wordt dit doel momenteel niet gehaald. Slechts zes autonome gemeenschappen behalen de gewenste 95% dekking voor de tweede dosis van het vaccin. Deze regio’s zijn: Andalusië: 97,7%, Navarra: 96,5%, Galicië: 95,3%, Madrid: 95,3%, Castilië-La Mancha: 95,3%, Castilië en León: 95%
De overige regio’s blijven onder deze drempel, met de laagste percentages in Aragón (84,2%), Melilla (86,2%) en Ceuta (86,3%). In Catalonië ligt de dekking op 94%. Voor de Valencia regio zijn momenteel geen gegevens beschikbaar.
Een bekende epidemioloog benadrukt het belang van een hoge vaccinatiegraad: “Mazelen dient als een soort kanarie in de kolenmijn; het waarschuwt ons wanneer er iets mis is met onze preventiemaatregelen. Omdat het zo besmettelijk is, is een vaccinatiegraad van ongeveer 95% noodzakelijk om groepsimmuniteit te bereiken. Wanneer we deze cijfers niet halen, kunnen er uitbraken ontstaan, zowel in Spanje als wereldwijd.”
De mazelenvaccinatie is onderdeel van het BMR-vaccin (bof, mazelen, rodehond) en wordt volgens het vaccinatieschema in twee doses toegediend: de eerste op de leeftijd van 12 maanden en de tweede tussen drie en vier jaar. Het doel is om 95% van de bevolking met beide doses te vaccineren, zowel op nationaal niveau als binnen elke autonome gemeenschap.
Voor de eerste dosis is de landelijke vaccinatiegraad hoog, met een gemiddelde van 97,8%. Echter, voor de tweede dosis ligt dit percentage op 94,4%, net onder de gewenste 95%. Dit verschil benadrukt het belang van het voltooien van het volledige vaccinatieschema om effectieve bescherming te garanderen.
Het is ook belangrijk op te merken dat de daling in vaccinatiegraad tijdens de recente pandemie heeft bijgedragen aan een wereldwijde toename van mazelengevallen. Na deze daling was een wereldwijde toename van mazelenuitbraken te zien, wat de noodzaak benadrukt om de vaccinatie-inspanningen te hervatten en te versterken.