laatste nieuws
65-plus nieuws
het weer in
recepten
spanjespecials
spanjeverhalen
canarias
balearen
valencia regio
andalusië
catalonië
murcia
costa del sol
costa blanca
costa brava
costa dorada
costa tropical
costa de la luz
barcelona
madrid
valencia
alicante
malaga
rest spanje
laatste nieuws
65-plus nieuws
het weer in
spanjeverhalen
spanjerecepten
spanjespecials
canarische eilanden
balearen
andalusië
valencia regio
catalonië
murcia
costa del sol
costa blanca
costa brava
costa dorada
costa tropical
costa de la luz
barcelona
madrid
valencia
alicante
malaga
rest spanje
het weer in spanje
aanmelden nieuwsbrief
kopje koffie schenken
contact
over ons
sitemap

Het Spaanse woord of zin van de dag (101)

zondag 20 september 2020

123rf
123rf
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Veel lezers spreken, schrijven en begrijpen het Spaans waarschijnlijk al maar er zullen ongetwijfeld ook veel lezers zijn die de Spaanse taal nog niet zo goed of helemaal niet onder de knie hebben. Daarom behandelen we in samenwerking met Supergoed Spaans Leren elke dag een Spaans woord, gezegde of zin en geven daarbij de juiste uitspraak. Doe je ook mee!

Deze ‘palabras españolas’ ofwel Spaanse woorden zijn gebaseerd op het castellano (uitspraak: kastejano – castiliaans), het zogenaamde algemeen beschaafd Spaans. Het komt erg vaak voor dat een Spaans woord diverse betekenissen heeft of in andere hoedanigheid gebruikt kan worden. 

Jouw taalbegeleidster is Cintha van Marrewijk en zij leert iedereen snel en makkelijk Spaans via www.supergoedspaansleren.nl

Maandag 21 september

El lunes 21 de septiembre 2020
uitspraak: el loenes beentioeno de agosto dosmielbeente

Antwoord Oefening van vrijdag 18 september. Welk getal hoort bij welke letter en vertaal de zin in het Nederlands. 

  1. FREÍR – a. – 4 COCER las verduras con mucha agua en una olla. De groenten met veel water in een pan koken.
  2. BATIR- b. – 6 MEZCLAR todas las cosas juntas en un cuenco. Alle dingen samen in een kom mengen.
  3. AÑADIR – c. – 1 FREIR el pescado, las patatas o la cebolla. De vis, aardappelen of de uien bakken.
  4. COCER – d. – 3 AÑADIR un poco de sal y pimienta. Een beetje zout en peper toevoegen.
  5. CORTAR – e. – 2 BATIR los huevos para hacer tortilla. De eieren kloppen om tortilla te maken.
  6. MEZCLAR – f. – 7 FILETEAR el pescado – De vis fileren.
  7. FILETEAR – g. – 5 CORTAR el pan o la carne en trozos. Het brood en het vlees in stukjes snijden.