De Europese Consumentenorganisatie (BEUC) heeft bij de Europese Commissie en het netwerk van consumentenautoriteiten (CPC) een klacht ingediend tegen zeven luchtvaartmaatschappijen, waaronder Ryanair, Transavia, Vueling, Volotea, EasyJet, Norwegian en Wizz Air. De klacht betreft het in rekening brengen van kosten voor handbagage, een praktijk die volgens BEUC in strijd is met een uitspraak van het Europees Hof van Justitie uit 2014.
Volgens die uitspraak mogen luchtvaartmaatschappijen geen extra kosten rekenen voor handbagage van redelijke afmetingen en gewicht, mits deze voldoet aan de veiligheidsvoorschriften. BEUC stelt dat de betrokken maatschappijen deze uitspraak negeren en consumenten uitbuiten door hen te laten betalen voor iets wat als essentieel onderdeel van de dienstverlening wordt beschouwd.
De klacht wordt ondersteund door 16 consumentenorganisaties uit 12 Europese landen. De directeur-generaal van BEUC benadrukt dat deze actie bedoeld is om de rechten van passagiers te beschermen en om duidelijkheid te krijgen over welke diensten inbegrepen moeten zijn in de basisprijs van een vliegticket.
In november 2024 legde de Spaanse overheid al een boete van in totaal 179 miljoen euro op aan vijf van deze luchtvaartmaatschappijen, waaronder Ryanair, Vueling en EasyJet, wegens het in rekening brengen van kosten voor handbagage. Deze boetes zijn echter aangevochten door de betrokken maatschappijen en worden momenteel geëvalueerd door de Europese Commissie. Deze week volgde ook een boete voor Transavia en Wizz Air in Spanje.
De luchtvaartmaatschappijen verdedigen hun beleid door te stellen dat het hen in staat stelt om lagere basisprijzen aan te bieden en dat passagiers zelf kunnen kiezen welke extra diensten ze willen afnemen. Critici betogen echter dat deze praktijken leiden tot verwarring en onverwachte kosten voor consumenten.