Uit een nieuw rapport van het Spaanse ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat in 2024 bijna de helft (49%) van de vermiste personen in Spanje jonger is dan 18 jaar. Op dit moment zijn er nog steeds 135 kinderen en jongeren niet gevonden, ondanks grote zoekacties en meldingen bij de politie.
Volgens het rapport verdwijnen de meeste minderjarigen doordat ze van huis weglopen. Dat gebeurt in bijna 58% van de gevallen. Vaak gaat het om jongeren die thuis problemen hebben, zich niet veilig voelen of psychische klachten hebben. In 24% van de gevallen worden kinderen juist door familie of verzorgers het huis uitgezet.
De kinderrechtenorganisatie Fundación ANAR krijgt steeds meer hulpvragen binnen. In 2024 hielp de stichting 1171 kinderen en gezinnen bij vermissingen. Dat is bijna twee keer zoveel als vijf jaar geleden. In 259 gevallen moest direct worden ingegrepen en in 196 gevallen schakelde ANAR de politie in.
Veel van de vermiste kinderen hebben psychische problemen zoals angst, depressie of suïcidale gedachten (63%). Ook worden veel kinderen mishandeld, zowel fysiek als emotioneel (23%). Andere oorzaken zijn problemen op school, armoede of het gevoel buitengesloten te worden.
Op de Canarische Eilanden is het aantal vermiste kinderen erg hoog. In 2024 waren daar 4500 meldingen. Het ging vooral om jongens tussen de 13 en 17 jaar, vaak afkomstig uit het buitenland en woonachtig in opvangcentra. Ongeveer 70% van deze meldingen wordt binnen een week opgelost. Toch blijven er 377 zaken open, waarvan 116 jongeren vaker verdwijnen.
De Spaanse overheid roept op tot snelle meldingen bij vermissingen en benadrukt het belang van goede samenwerking tussen politie, hulporganisaties en burgers. Er komen ook nieuwe maatregelen, zoals betere protocollen en nieuwe technologie, om vermiste kinderen sneller terug te vinden.