Op maandag 27 januari 2025 woonden koning Felipe VI en koningin Letizia een herdenkingsceremonie bij ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz-Birkenau. Dit voormalige concentratie- en vernietigingskamp van nazi-Duitsland, gelegen in Polen, staat symbool voor de gruwelijkheden van de Holocaust. Wat veel mensen niet weten is dat er ook duizenden Spanjaarden gevangen zaten in concentratiekampen.
Dit is het tweede bezoek van het Spaanse koningspaar aan Auschwitz. Eerder bezochten ze de locatie in 2020, tijdens de 75ste herdenking van de bevrijding door het Rode Leger. Toen maakten ze een rondgang langs de barakken en gedenkplaatsen, waaronder enkele die honderden Spaanse gevangenen herdenken.
De ceremonie in Auschwitz bracht dit jaar meer dan twintig staatshoofden en regeringsleiders samen, waaronder koning Charles III van het Verenigd Koninkrijk en de koninklijke families van België, Nederland en Denemarken. Prominente politici zoals de Franse president Emmanuel Macron en de Duitse bondspresident Frank-Walter Steinmeier waren ook aanwezig. Elk land bepaalde zijn eigen vertegenwoordiging, variërend van staatshoofden tot premiers. Zo was de Canadese premier Justin Trudeau aanwezig namens zijn land.
De hoofdrol was echter weggelegd voor de overlevenden van Auschwitz. Vanwege hun hoge leeftijd, gemiddeld boven de 90 jaar, wordt hun aanwezigheid steeds zeldzamer. Om 16:00 uur begonnen de plechtigheden met een toespraak van een van deze overlevenden. Zij deelden hun persoonlijke ervaringen, en hun woorden klonken als een oproep om de gruweldaden van het verleden nooit te vergeten.
Auschwitz werd op 27 januari 1945 bevrijd door het Sovjetleger. Destijds troffen zij nog 7000 gevangenen aan, nadat de nazi’s kort daarvoor 60.000 andere gevangenen hadden weggevoerd naar westelijke kampen. Tijdens deze ‘dodenmarsen’ kwamen tussen de 9000 en 15.000 mensen om. Het kamp zelf was sinds 1942 een vernietigingsmachine, waar naar schatting 1,3 miljoen mensen naartoe werden gedeporteerd. Hiervan werden 1,1 miljoen vermoord, grotendeels joden.
Sinds 2005 is 27 januari door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Internationale Holocaustherdenkingsdag. Het museum van Auschwitz-Birkenau speelt hierin een centrale rol, omdat het niet alleen de verschrikkingen van het verleden in herinnering houdt, maar ook oproept tot waakzaamheid tegen discriminatie en haat.
Spaanse gevangenen
Naast miljoenen Joden en andere vervolgde groepen waren ook duizenden Spanjaarden slachtoffer van de gruweldaden van het naziregime. Na de Spaanse Burgeroorlog vluchtten veel republikeinen naar Frankrijk om te ontsnappen aan het Franco-regime. Hun hoop op veiligheid bleek ijdel, want tijdens de Duitse bezetting werden velen opgepakt en naar concentratiekampen gestuurd. Historische bronnen bevestigen dat meer dan 9100 Spanjaarden in nazikampen terechtkwamen, waarvan 5166 stierven door dwangarbeid, mishandeling, honger of ziekte.
De meeste Spanjaarden belandden in Mathausen, een berucht kamp in Oostenrijk. Dit kamp, bekend om zijn extreme dwangarbeid en massale executies, werd een symbool van de Spaanse slachtoffers van het nazisme. Overlevenden beschrijven het als een plek van onmenselijk lijden. Slechts 3539 Spanjaarden wisten de kampen te overleven. Van 456 gevangenen, zoals Juan López en Francisco Agustí, blijft hun lot tot op heden onbekend.
Auschwitz, het bekendste vernietigingskamp, telde naar schatting 25 Spaanse gevangenen, onder wie Feliciana Pintos Navas. Zij overleefde als enige Spaanse Auschwitz en wordt herinnerd door haar moedige verhalen.