MADRID – Wie al eens vaker in Spanje komt, zal het wel al eens gehoord hebben: ‘Guiri’. De Spanjaarden gebruiken het om naar mensen te verwijzen die niet uit Spanje afkomstig zijn. Maar naar welke mensen precies? En van waar komt het woord? En heeft dat ook betrekking op Nederlanders en Belgen in Spanje?
Wie in het woordenboek kijkt vindt daar bij het woord Guiri slechts ‘Turista Extranjero’, buitenlandse toerist. En toch is dat een beetje te simplistisch, want men zou bijvoorbeeld nooit naar een Chinese toerist verwijzen met de term ‘guiri’.
Beeld het je in. Je zit op een terrasje aan de Costa Brava. Op de Paseo Maritimo is het over de koppen lopen. Je hoort de kelner die de barman opdraagt “Mira, niño, dame unas cervezas para los guiris de la mesa ocho” (‘Kijk, jongen, geef me acht biertjes voor de guiris aan tafel 8’). Aan tafel acht zit een familie Nederlanders. Het haar zo blond als hooi, allemaal gekleed in zomerse kledij.
Of deze nog. Een Spaanse jongen in een discotheek in Empuriabrava druipt af nadat hij een Duits meisje tevergeefs probeerde te verleiden. “Intente ligar con una guiri pero no le entendía nada”, probeert hij zijn nederlaag goed te praten (‘Ik probeerde een guiri te verleiden maar begreep niets van wat ze zei’).
De vraag is nu of Spanjaarden ook een toerist uit Uruguay een guiri zouden noemen? Het lijkt van niet, omdat de term vooral naar mensen verwijst die geen Spaans spreken. Is een Italiaan dan een guiri wanneer die geen Spaans spreekt? Evenmin, want Italianen zijn, net als Portugezen of Brazilianen van “dezelfde familie”, cultureel relatief verwant aan de Spanjaarden. En ook iemand uit Soedan is geen guiri, toch? Nee, guiris verbranden zich wanneer ze in de zon gaan liggen.
Het woord ‘guiri’ verschijnt voor het eerst in het woordenboek in 1925. Het is de naam waarmee de Carlisten uit de 19e eeuw verwijzen naar de bondgenoten van de koningin Cristina. De Carlisten waren de aanhangers van de Infante Carlos (zoon van Koning Ferdinand VII) die streden tegen de aanhangers van de Koningin Maria Cristina de Borbon in een reeks bloedige burgeroorlogen tussen 1833 en 1876.
Naar alle waarschijnlijkheid stamt het woord guiri van het Baskische guiristino, een vervorming van ‘cristino’ (zij die met Cristina zijn). Doe daar nog eens de baskische verbastering van het woord cruz (kruis) bij: gurutz, en je begrijpt waarom de Carlisten naar hun vijanden verwezen als guiristinos.
Pas in 1984 zou de Academie de betekenis van buitenlandse toerist ook aan het woordenboek toevoegen. En wat is de guiri vandaag nu kort samengevat? Ze spreken Frans, Engels, Duits of Nederlands; gaan van blank naar rood in de zon, ze vertonen geen bijzondere smaak en beoefenen hun culturele activiteiten, als ze die al beoefenen, ver van de Spanjaarden.