MADRID – Consumentengoederen en -diensten waren in december 6,7 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het Spaanse Instituut voor de Statistieken (INE). De inflatie in december was de hoogste sinds maart 1992. In november was de inflatie nog 5,5 procent, 1,2% minder dus. De snelle stijging van de inflatie is vooral toe te schrijven aan de prijsontwikkeling van gas, elektriciteit, motorbrandstoffen, voeding, kleding maar ook COVID-19 gerelateerde diensten zoals PCR-testen etc.
Het gaat vooralsnog om een eerste schatting van het INE die nog later bijgesteld kan worden. Wat in ieder geval duurder is geworden zijn de COVID-19 gerelateerde diensten zoals PCR-testen die in december ten opzichte van november stegen met 5,6% maar op jaarbasis met 18,3%. Ook de COVID-19 gerelateerde goederen zoals mondkapjes, zelftesten zijn ten opzichte van november 1,0% duurder geworden en op jaarbasis 3,9% duurder.
De prijzen voor voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken stegen met 1,3% ten opzichte van november en 4,9% ten opzichte van vorig jaar december terwijl de prijzen voor verse levensmiddelen (bv. vlees, kip, groente en fruit) met 1,6% zijn gestegen ten opzichte van november en 6,5% zijn gestegen ten opzichte van een jaar daarvoor. Bewerkte levensmiddelen werden volgens de eerste schatting 1,1% duurder dan november en 3,5% duurder dan vorig jaar december.
Later wordt door het Spaanse Instituut voor de Statistieken een meer gedetailleerd rapport bekend gemaakt met daarin ook de prijsstijgingen voor andere categorieën zoals recreatie en cultuur, kleding en schoeisel, vervoer, huisvesting, water en energie.