Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
Het is 2002. Een nostalgische terugblik op de beginjaren van ons overwinteravontuur. Het is het tweede jaar dat we dit doen en we belanden op dezelfde camping als vorig jaar. Hoe ging dat toen ook alweer?
Om in ons heerlijke Spaanse winterparadijsje te komen moet je vier dagen reizen….tenminste…. als je het kalm aan wilt doen, onderweg nog wat wilt zien, en niet wilt jakkeren. Samen met een hele legerschaar vrachtauto’s, haastige automobilisten, maar ook heel veel “grijsjes” die over het algemeen rustig hun hele hebben en houwen achter zich aan slepen en die je op alle parkeerplaatsen onderweg tegenkomt. Allemaal op zoek naar de schaarse campings die in de winter open zijn. Allemaal doorstaan ze kou – ijs – sneeuw – regen- mist dapper, want aan het eind lokt de zon! Net even voorbij Nimes zagen we een eerste mager zonnetje zijn best doen om door de wattendikke mist heen te boren en al gauw klom de temperatuur een aardig eindje omhoog. Heerlijk na elke ochtend het ijs van de ramen te hebben moeten krabben.
Grappig, maar vooral heel makkelijk vinden wij het, dat je nu overal kunt betalen met Euro’s. Iedereen is nog een beetje onhandig met die nieuwe munten en Frankrijk blijft gewoon, net als vóór de Euro, hartstikke duur, maar ik betrap me erop dat ik niet eens meer terugreken naar de gulden, maar euro’s vergelijk: in Frankrijk kost de diesel Euro 0,82 en in Spanje 0,69. Best makkelijk, geen gereken meer, je ziet in een oogopslag: dertien eurocent goedkoper. Mij bevalt dat best, maar mensen hebben er toch moeite mee, merk ik. Het ééneuro-muntstuk lijkt ook verdomd veel op het twee euro muntstuk, en die vijftig cent… die is nieuw, die hadden we bij de gulden niet. Waar is ons kwartje gebleven? Weg! Bij de Intermarché kon je deze week alleen maar betalen met creditcard, volgende week gaan ze over op het handje contantje werk.
Het is alweer zondag en we zitten we bijna een week in Fortuna, op ons heerlijke plekje aan de voet van de Monte d’Oro, die in werkelijkheid nog gouder is dan in mijn herinnering van vorig jaar. Alles lijkt nog hetzelfde, alleen heeft de campingbaas de elektra-nota niet betaald, dus nu zitten wij zonder stroom. Toen ik dat hoorde wilde ik direct rechtsomkeert maken, maar toen we bij andere campings gingen kijken besloten we toch maar om hier te blijven. Wat is dit een eldorado. We staan hier nu met z’n vieren. Drie Nederlanders en een Duitser. De andere campings staan mudvol, dus besloten we maar te gaan pionieren zonder elektra. Best spannend.
Tot mijn eigen verbazing ontdekte ik, dat ik helemaal verslingerd ben aan onze apparaten. Haar wassen? Geen föhn. Koffiezetten? Met de hand. Computer neergezet, o nee, geen stroom. Radio, eerst batterijen kopen. Waar laden we de telefoon op? En het scheerapparaat? En de tandenborstel? De koelkast doet het niet. Gauw even een campinggaslampje aangeschaft. En dan heb ik het nog niet eens over mijn waterkoker, het oventje, de keukenmachine, de kachel, het campingstofzuigertje, de mixer enz. Nooit beseft dat we zoveel apparaten ‘nodig’ hebben. Maar we redden ons best, ook zonder al die apparaten en vinden dat gestuntel met lucifertjes en kaarsjes best wel wat hebben.
Het is hier zo knus met die drie Nederlanders die we nog van vorig jaar kennen, maar de Duitser is niet aardig. Binnen vijf minuten na onze aankomst kwam Heinrich even zijn beklag doen over de hond, omdat die losliep. We hadden de caravan nog niet eens afgekoppeld! Met hem kreeg ik het dus gelijk aan de stok. Niet omdat hij vond dat Castill aan de lijn moest, maar omdat hij als een Duitse generaal voor me stond: dikke buik, neus in de lucht, handen in zijn zij, autoritair en hooghartig. Met luide barse bevelende stem: “Der Hund muss an die Leine!!!!” Hij zou het wel even zeggen!! Nou, dát heeft hij geweten. Deze aanvaring was dus het begin van onze relatie, die later bijtrok en zelfs nog gezellig werd ook, want wát gebeurde er een week later?
Heinrich was op zoek gegaan naar een oplossing voor het elektriciteitsprobleem. En hij had succes. Op de vuilnisbelt had hij een oude aggregaat gevonden. Een roestig ding, maar Heinrich zag er wel wat in. Hij sjouwde in zijn eentje het zware kreng naar de camping, waar het grote prutsten begon. Hij testte van alles, rommelde tergend lang met schroevendraaiers en Heinrich was onvermoeibaar. Dat ding daagde hem uit, urenlang was Heinrich zoet en na een hele poos probeerde hij hem aan de praat te krijgen. Natuurlijk mislukte de eerste poging, maar Heinrich hield vol en na een aantal mislukte pogingen, diepe zuchten en lelijke Duitse woorden, gromde het aggregaat en ja hoor….. STROOM!!! Die Heinrich toch! Super. Er werd gelijk een schema opgesteld: van drie tot vijf uur, stroom van het aggregaat!! Twee uurtjes om je spulletjes op te laden, heerlijk. Het irritante geluid van het apparaat klonk ons nu als muziek in de oren en Heinrich steeg bij de campinggasten in achting.
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
De omgeving hier is magnifiek. Zo ongerept! Nu nog wel, maar we hebben van de plannen gehoord…..grote appartementen en golfbanen……. Je moet er toch niet aan denken. We genieten hier zo op onze camping, die omringd is door citroenboomgaarden. Naast onze caravan staat een olijfboom, aan de andere kant de nog net niet in bloei staande amandelbomen, en de hele omgeving is bewandelbaar via onverharde bochtige weggetjes.
Gisteren wandelden we door ‘het paradijsje’ (zo noemen wij dat gebied) naar Fortuna. Dat is een onbewerkt gebied boordevol wilde subtropische planten. Zoveel soorten cactussen als er staan…. zoveel verschillende palmen…. De razendsnelle hagedissen schieten voor je voeten weg. De oude knoestige olijfbomen staan te dromen in afwachting van de hete zomer. De vijgenbomen, nu nog zonder bladeren, het zijn zulke mooie bomen. De stilte, de rust…..Je loopt daar moederziel alleen.
Maar toen wij er liepen kwam er een eng-uitziende man achter ons lopen. Een type landloper. ‘k Ben geen bangerd, maar vond dat in die wildernis toch niet prettig zo’n engerd achter ons aan. Hij had een stok in de hand en kwam al snel dichterbij. Toen hij vlak achter ons liep, gingen wij aan de kant staan om hem te laten passeren. Tot mijn hele grote stomme verbazing was die man bang van òns. Nou ja, van Castill dan. Hoewel we Castill heel kort aangelijnd hadden, kroop hij helemaal omhoog tegen de rots aan om op het smalle pad toch op veilige afstand te kunnen passeren. Zo zie je maar… wat kan een mens zich vergissen. Castill is een knoedeltje, doet geen vlieg kwaad, maar ja, dát ziet de engerd niet.
Van Egbert moet Castill ‘s nachts in de auto slapen, iets waartegen ik heftig heb geprotesteerd. Je hebt geen centje last van hem in de caravan, dus waarom zou je hem verbannen naar de auto? Maar Egbert is onvermurwbaar. “De hond hoort in de auto” is zijn commentaar. Ik maak er zelfs ruzie over, ik vind het zo oneerlijk om de hond ‘buiten de roedel te plaatsen’ enkel alleen omdat dat zo hoort. Maar Egbert is vastberaden en ruzie of geen ruzie, de hond gaat de auto in. Ik blijf het heel oneerlijk vinden, maar omdat Castill geen probleem heeft met de auto, geef ik mijn verzet na een poosje op. De caravan is veel te klein als je ruzie hebt. Maar wel met de nadrukkelijke aantekening dat ik het er absoluut niet mee eens ben. We hebben dus een wapenstilstand. De enige die er geen probleem mee heeft is Castill…. die gaat ‘s avonds als hij moe is, al vanzelf richting auto: baasje ik wil gaan slapen, doe de deur eens open!