Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
We zijn onderweg naar ons verrukkelijke plekje aan de voet van de Monte d’Oro. Wat zijn we blij met de nieuwe camper, hij rijdt als een trein, maar aan de cruisecontrole moet ik wel even wennen. Doodeng zo’n gaspedaal die het helemaal zelf uitzoekt. Je hoeft alleen maar te sturen en de afstand tot je voorligger in te schatten. Bergje op gooit-ie hem er vanzelf uit als het tijd wordt om terug te schakelen. Maar als je zelf wilt terugschakelen en je vergeet eerst de cruisecontrole af te zetten, dan loeit-ie gewoon door en schrik je je ’t schompes van het kabaal. Dat gebeurde mij dus een paar keer. “Even wennen” zegt Egbert.
We reden dit keer over Brussel, want Egbert heeft een hekel aan omrijden en we mogen niet door Luik, dus daar moet je omheen rijden. ‘Dat is omrijden’ zegt Egbert ‘Laten we eens kijken hoe het over Brussel gaat’. Nou, goed dus. In Luxemburg nog even de tank goedkoop volgegooid, want dat scheelt, zeker als je het vergelijkt met de prijzen bij de tankstations op de Franse autobanen.
We schieten lekker door Frankrijk heen en zijn nu terechtgekomen in een vliegende storm ergens aan het strand van Hospitalet, een stukje onder Taragona. De golven van de zee zijn een paar meter hoog en beuken op het strand. De pijnbomen waar we onder staan, zwiepen vervaarlijk heen en weer. Laika vind het heerlijk om door de storm over het strand te rennen, maar wij vinden het minder. Het is koud en guur en je wordt kletsnat van het spattende water.
Het werd een onrustig nachtje waarbij ik mijn hart vasthield voor de gigantische bouwkraan op het terrein naast ons. “Als die maar niet omwaait en boven op ons terecht komt,” Egbert stelt me gerust: “de wind waait de andere kant op.” Welnu, geen omwaaiende hijskraan, maar Egbert maakte me wel wakker. ‘Barbara, een aardbeving’. De camper stond te schudden op zijn wielen. Toen we beiden klaarwakker rechtop in bed zaten kregen we door dat Laika zich aan het krabben was. De hele camper schudde met haar mee! We konden dus gerust zijn.
Morgen rijden we het laatste stuk richting Fortuna. Ik verheug me erop, maar hoop dat het weer wat opknapt, want nu is het koud en guur! We horen dat het vorige week zelfs gesneeuwd heeft en dat er wegen waren afgesloten. Dat was in 25 jaar niet voorgekomen. De volgende dag hebben we echter geluk. De zon straalt ons tegemoet. De T-shirts en korte broeken zijn uit de kast gehaald. Intussen zijn we in Fortuna aangekomen. De vreugde van het weerzien met onze vrienden werd onmiddellijk gevierd met wijn die Peter ergens vandaan haalde en even later zaten we heerlijk bij hen te smullen ”want je gaat nu niet koken, hoor”, riep Antoinette “Peter kan heerlijke tonijnbroodjes bakken”. Dus aten we tonijnbroodjes van Peter en kletsten in een paar uur een heel jaar bij.
Waar we vorig jaar voor vreesden is inderdaad gebeurd. Ze zijn de hele omgeving hier aan het volbouwen. Liepen we hier heerlijk met Laika door de omgeving, nu zijn de mooie landjes waar zij los kan lopen, ontgonnen of er staan betonmolens te draaien. Jammer. Maar er valt nog genoeg te genieten, om te beginnen bij de wijn! Die komt uit Pinoso, een plaatsje verderop waar ze de wijn in grote gallons tanken, alsof ze benzine in een auto gieten. Da’s smullen…
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
In Fortuna is het een kabaal van jewelste, getrommel en getoeter, het is carnaval. De Fortunese bevolking is op de been. De meesten zijn uitgedost met lugubere mombakkesen zodat ze onherkenbaar zijn. Gordijnen, schorten, dekens, ochtendjassen van oma, plastic zaken om de voeten, hoeden, petten, pruiken in alle kleuren van de regenboog, horentjes, bochels, zwembandjes om de heupen, je ziet de meest schitterende creaties. De kleine meisjes als prinsesjes, de jongetjes als duiveltjes met zwabbers waarmee ze uitbundig naar de meisjes zwaaien, die dan weer gillend wegrennen. Dát is de lol. De volwassenen lopen met slagroomspuiten die ze op schuimrubber taarten spuiten, waarna de taarten als in een slapstick in de gezichten van medecarnavallers gegooid worden. Lachen!! Ze gooien met zogenaamd “zware” zakken aardappels naar elkaar en bescheuren zich als de zak doel raakt. Ze dansen voor het getrommel uit, en achter het getrommel aan, ladingen confetti worden over de toeschouwers uitgestort en als klap op de vuurpijl wordt er van tijd tot tijd, onder luid gejuich, een echte vuurpijl afgestoken. Het is zo’n heerlijk onschuldig feest. Iedereen lacht en danst. Er valt geen onvertogen woord, het is alleen maar pret voor iedereen, behalve voor Laika, die zich dood ijst van al die zwarte duivels met zwabbers en die enge koppen. Zij schuift haar staart tussen haar poten en kruipt helemaal weg tussen mijn benen, tot grote hilariteit van de duivels, die graag wat extra olie op het vuurtje willen gooien, maar omdat ze eigenlijk best wel bang zijn voor honden, lopen ze voor de veiligheid toch maar in een grote boog om haar heen, gelukkig.
Natuurlijk wordt carnaval afgesloten met veel knal- en schietwerk. De vuurpijlen jagen hoog door de lucht. Dát is ons signaal om weg te wezen, want dát kunnen we het hondje niet aandoen. Ik denk dat het feest in Fortuna nog wel even doorging, maar dan wel zonder ons.