Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
Vervolg van onze reis naar Guadalupe (zie HIER eerste deel)
Vanmiddag raapten we alle moed bijeen en togen we richting kathedraal om het beeldje van de Lieve Vrouwe van Guadalupe te bekijken. We rennen de trappen op door de hoosbui en staan even later druipend van de regen recht omhoog te staren want dáár in een alkoof staat ze. In protserige gewaden en met veel glim-glom om haar kleine zwarte gezichtje en lampen die haar van alle kanten beschijnen. We kunnen deelnemen aan een rondleiding door het klooster en daarbij kunnen we haar van dichtbij bekijken. De gids loodst ons met duidelijk desinteresse razendsnel door het klooster en aan het eind geeft hij ons over aan een echte praktiserende monnik.
Die brengt ons naar een indrukwekkend versierd portaal waar alle mantels van de Madonna te zien zijn. Met een omfloerste blik in zijn ogen en een beetje mystiek in zijn stem begint hij te praten. Hij kijkt af en toe theatraal omhoog, maakt voor mij onduidelijke gebaren met zijn ruimbemouwde armen en opeens begint hij (voor mij) geheel onverwacht en met lange uithalen te bidden. De aanwezige bezoekers doen spontaan mee. Daarna opent hij met ingehouden adem en gesloten ogen twee deuren. Hij draait aan een plateau waardoor de heilige maagd tergend langzaam omgedraaid wordt, zodat ze niet meer vanuit de kerk te zien is, maar nu vanuit ons portaal. Zenuwachtig geroezemoes om ons heen. Een aantal mensen raakt in vervoering, maar zij moeten hun extase nog even in bedwang houden tot het moment dáár is dat ze naar voren mogen komen.
Dan is het moment supreme daar. De monnik houdt een ingelijst stukje stof omhoog en dát mag gekust worden. Een stukje stof van haar japon achter een glaasje. Een mevrouw dringt naar voren, ze wil de eerste zijn en kust het glaasje met vochtige ogen, slaat een kruisje en bidt hardop. Toen ik aan de beurt was, aaide ik het lijstje en dat leverde me een kwaaie blik van de monnik op. Maar ik vind het nogal onhygiënisch al die vochtige lippen op dat lijstje. De monnik kijkt me alleen met een strenge blik aan. ? “Aaien is niet kussen” moet hij gedacht hebben, maar wat weet zo’n monnik nou van aaien en kussen.
Waar zijn we nu terecht gekomen? Het lijkt alsof we een reis in de tijd hebben gemaakt en in de middeleeuwen zijn beland. Toledo. Een vrij grote stad even ten zuiden van Madrid met een wirwar aan supersmalle straatjes, sommige nog geen meter breed. De stad ligt boven op een berg met de Taag aan drie zijden en een flinke vestingwal aan de andere kant. Onneembaar voor de vijand en dát is de reden waarom de stad er nog precies zo uitziet als in veertienhonderd zoveel. We sjouwen door de straatjes. Ik zeg ‘sjouwen’ want alles loopt óf omhoog, óf omlaag, in elk geval is er geen recht stukje te vinden en dát is vermoeiend….! Maar we willen alles zien, dus zullen we hier nog wel een paar dagen blijven sjouwen, ondanks de idioot hoge prijs van de camping.
De kathedraal is een must. Er moet entree betaald worden, maar ik ontdek dat het na vier uur gratis is. We wilden toch nog een hapje gaan eten, dus dat komt goed uit. We stappen dus om vier uur de kerk in. Voor ieder kapelletje moet je apart betalen, ook na vier uur, en nadát we er een paar gezien hebben, geloven we het wel en bekijken we de ‘gratis’ bezienswaardigheden en dat zijn er nog heel wat. Het hoogaltaar, afgesloten door een immens hek, is rijkversierd met engelen en er staat een retabel waaraan maar liefst twintig kunstenaars acht jaar lang hebben gewerkt. Het resultaat is verbluffend. Voor mijn gevoel is de halve bijbel weergegeven in fantastisch houtsnijwerk, in schitterende kleuren –vooral veel goud.
Geen plekje in de kerk is onbewerkt. Achter het hoogaltaar staat nog een pronkstuk: een soort waterval van engelen die tussen goudgele van zonnestralen door wervelen. Het geheel is (geschat) zo’n dertig meter hoog en vijftien meter breed, je gelooft je ogen niet. Het is gemaakt van albast, marmer, brons, bladgoud, hout enz. Voor dit kunstwerk hebben ze in het dak een speciale constructie gemaakt om het dag- en zonlicht door te laten, zodat het geheel iets stralends krijgt.
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
In ons reisgidsje staat als aanrader “De begrafenis van de graaf van Orgaz”, een schilderij van El Greco. We hijsen ons weer tegen de berg aan en openen braaf onze portemonnee om dat ene schilderij te bekijken. Het stelt een in een harnas gehuld lijk voor van de graaf Orgaz, die in zijn leven veel goeds gedaan heeft. De heiligen Stephanus en Augustinus komen hem bezoeken en dát is een wonder, want die heiligen zijn allang dood. Een engel reist intussen alvast met de ziel van de overledene onder zijn arm af naar de hemel, waar Petrus en Johannes al zitten te wachten. Een schare aardse notabelen in zwart gekleed, aanschouwt het wonder en in de hemel staan vele doden die er heel gelukkig uitzien. Zij hadden al eerder het genoegen om daar terecht gekomen te zijn. Zij vormen een soort ontvangstcomité en zijn klaar om de verse dode te verwelkomen. Wel een apart schilderij, maar aan El Greco moet je even wennen. Ik persoonlijk kijk liever naar Jacob Cornelisz. van Oostsanen, maar dat zijn ze hier in Toledo niet met me eens, ze vereren El Greco op een manier die ik Jacob in Oostzaan van harte gun.
Zondag, de zomertijd is ingegaan, zodat we een uur te laat wakker worden. In de stad is alles dicht. Die siësta, we kunnen er maar niet aan wennen. Net als wij een beetje op dreef komen, gaat hier alles plat. Nou ja, we lopen weer door al die beeldige oude straatjes en bezoeken een paar imponerende verdedigingspoorten. Als je dié ziet kun je je voorstellen dat vroeger geen vijand het waagde de stad aan te vallen. Wat een joekels! We lopen over de brug met vijf bogen, de San Martin, die in de 13e eeuw werd gebouwd. Daar hoort een leuk verhaal bij. De bouwer van deze brug had voor de constructie een berekeningsfout gemaakt en lag letterlijk wakker van ellende toen de bouw bijna voltooid was, omdat hij verwachtte dat de middelste (grootste) boog zou instorten als hij klaar zou zijn. Hij durfde dit echter vanwege de schande niet te bekennen, vandaar zijn gedraai in bed. Zijn vrouw vroeg hem waarom hij zo onrustig was, waarop de angstige man haar opbiechtte wat hem zo bedrukte. Toen bedacht zij een list. Ze sloop midden in de nacht naar de brug en stak de grootste boog in brand, waarna die moest worden herbouwd. En nú goed, want wij liepen er vandaag, zo’n ruim zevenhonderd jaar later, met een veilig gevoel overheen.
Vier dagen staan we nu hier in Toledo, een heleboel eurootjes lichter, een paar pijnlijke voeten rijker, maar we hebben zoveel fantastische onvergetelijke indrukken opgedaan. Teveel om op te noemen. De stad is vergeven van schitterende historische gebouwen, met allemaal een verhaal. Nu ben ik gek op verhalen, dus het is hier smullen.
Vanmiddag genoten we van de prachtig versierde synagoge, die nadat de Joden uit Toledo waren verjaagd, dienst heeft gedaan als kerk voor publieke vrouwen. Ze mochten daar wél komen bidden, maar alleen als ze spijt hadden van hun zonden. ‘Erg lang heeft dit niet geduurd’, staat er in onze reisgids, maar welke conclusie daaruit getrokken moet worden, staat er niet bij. Er hingen bordjes ‘video verboden’ maar dit was te mooi om het te laten, dus toch maar stiekem….. We gaan morgen dóór naar Madrid, al hebben we nog lang niet alles gezien. Het kan allemaal niet in één reis, dus moeten we hier echt nog eens een keertje terugkomen. Wordt vervolgd.