Spaanse avonturen in Fortuna/Murcia van Egbert en Barbara (76)

Spaanse avonturen in Fortuna/Murcia van Egbert en Barbara (76)
beeld: Freepik
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.

De oplettende lezer zal opgemerkt hebben dat het verhaal over deze reis van vóór Corona is. Dat betekent dat de beschrijving in dit deel van het verhaal inmiddels  gedeeltelijk afwijkt van de huidige werkelijkheid. De tentoonstellingen wisselen en een deel van de hier beschreven collectie, is inmiddels vervangen door andere exposities. Een ander deel behoort tot de vaste collectie.

Vorige week beschreef ik o.a. het plaatsje Ampudia, waar we hebben overnacht. ’s Nachts en ook ’s ochtends nog, regent het pijpenstelen en we draaien ons dus nog maar een keertje om, we zijn aardig moe en de bedden zijn zacht en warm. “Laten we maar een eind gaan rijden vandaag, het is toch slecht weer”, beslissen we als we eindelijk de voetjes op de vloerverwarming zetten. Een uurtje later rijden we in noordelijke richting naar Bilbao, want we willen het beroemde Guggenheim museum even aandoen en die keus is niet verkeerd. Onderweg piept de zon tussen de wolken door en we rijden met stralend weer Bilbao in.

Hoe moet je dit museum omschrijven? Het lijkt op een konvooi van vijf/zes schepen die aan elkaar vastzitten op een werveling van zilveren golven. Er is geen recht stukje te vinden. Het geheel is opgetrokken uit glimmende platen van titanium met veel glas en delen van travertin. Als de zon er op staat, dan fonkelt het gebouw tot in de wijde omtrek. Iedereen heeft hier wel eens een foto van gezien, maar het is in werkelijkheid zo groot. Zo hoog. Zo indrukwekkend. Zo bizar. Zo geweldig! Waar je ook staat, het is telkens weer anders. We kijken onze ogen uit als er opeens onder het pad waarop wij lopen, dat dwars door een waterbassin loopt, een sissende hoeveelheid stoom wordt uitgeblazen. Iedereen loopt opeens in de mist. Dit is ook een kunstwerk. Heel grappig. Aan de voorkant staat een heel groot beeld van een hond, van top tot teen begroeid met een zee van veelkleurige bloemen. We gaan naar binnen, waar ons al gauw wordt verteld dat we niet mogen videoen. Dat spijt ons wel heel bijzonder, maar ‘mag niet’ is in dit geval echt ‘mag niet’, want het miegelt er van de bewakers die loeren naar camera’s. 

De collectie kunst viel mij wat tegen, maar ik houd niet zo erg van moderne kunst. Egbert vond het geweldig. Een paar dingen vond ik ook wèl heel bijzonder. Zoals de twee grote koepels, gemaakt van ronde metalen buizen, waarop talloze lijmtangen zijn bevestigd. Op elke lijmtang rust een glasplaat. Het lijken wel twee grote glazen iglo’s met allemaal stekels (lijmtangen). Heel bijzonder. In diezelfde zaal, geïnspireerd op een scheepswerf, staan drie roestkleurige staalplaten in de vorm van een schip, waar je doorheen kunt lopen. Deze maritieme inbreng is de link naar de vroegere scheepsbouwindustrie in Bilbao, die net als in Nederland, ter ziele is gegaan vanwege de concurrentie vanuit het Oosten.

Er ligt een rij kleine geelkoperen plaatjes op de grond – zo’n tien meter lang – waar een beeldschone suppoostmevrouw bij staat, die iedereen die in de buurt komt waarschuwt om vooral niet op de plaatjes te gaan staan. Dat is namelijk ook een kunstwerk.

De hele tweede verdieping is gewijd aan een wel erg uitgebreide collectie mobiles. Wel mooi, maar ik vind het alleen maar grappig, meer niet. De andere verdiepingen zijn wel leuk. Er hangt bijvoorbeeld een schilderij, waar een halve stoel uitsteekt met één zittend been erop. Er zijn kunstwerken gemaakt van talloze glazen hakken in alle soorten. Hoge hakken, blokhakken, gewone platte haken, naaldhakken,  alles van glas, in een groot vierkant opgesteld. Er zijn kunstwerken van gebroken schoteltjes en ander aardewerk. Ik vond dat niet zo geweldig, maar er is een vrij erotisch geladen fotocollectie van Cindy Sherman, die ik wel boeiend vind. Maar de meeste indruk maakt toch het gebouw. Dát is zo fascinerend. Waar je ook staat, overal is het gebouw anders. Er zijn zoveel verrassingen in verwerkt: onverwachte doorkijkjes, uitbouwtjes, hoekjes, loopbruggen, muurtjes enz. en wat ik heel knap vind, is dat ze heel kunstig gebruik hebben gemaakt van lichtval. Bijvoorbeeld, op de tweede verdieping is een gat in de vloer, waardoor je naar de eerste verdieping kunt kijken. Je kijkt dan neer op een grote mobile die een intrigerende schaduw werpt op de witte ondergrond. Heel vindingrijk.

In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER     

O ja, en wat ook zo bijzonder is, dat zijn de negen donkerkleurige lichtbuizen, stel het je voor als lichtkranten, geplaatst tegen een donkere achtergrond. Er flitst een schat aan kooswoordjes, gevormd door duizenden rode lampjes, door al die naast elkaar staande buizen zo’n  twintig meter omhoog. Je kunt je ogen er niet van af houden. Het lijkt een muur van flitsende lieve woorden. Heel geweldig.

Als we weer buiten staan valt ons de gigantische metalen spin op, die we eerder door de veelheid aan bezienswaardige kunstwerken rondom het museum, niet hadden opgemerkt. Ik lees in mijn reisgids dat de spin maar liefst 10 meter hoog is, en dat er een mandje eieren onder haar lijf hangt. De Franse kunstenaar is Louise Bourgeois.

Je komt er doodmoe vandaan, maar misschien waren we al moe van alles wat we deze reis gezien hebben. Bij de caravan aangekomen, zetten we eerst even een pilsje aan de lippen en daarna tasten we elkaars ideeën af, wat betreft de tijd die ons nog rest. Ik vind eigenlijk dat we genoeg gezien hebben. Voor mij hoeft er niet meer bij. Egbert vindt dat ook, dus besluiten we om morgen heel kalmpjes aan afscheid van Noord Spanje te nemen.