MADRID – Het komt veel voor en veel mensen die in Spanje wonen kunnen er last van hebben. We hebben het over agrariërs die hun snoei- en landbouwresten verbranden. Naast dat het verbranden van afval kan zorgen voor natuur- en bosbranden, is het ook vaak erg hinderlijk en zelfs gevaarlijk als dit bijvoorbeeld langs een weg gebeurt. Er zijn ook in Spanje regels voor het verbranden van snoei- en landbouwresten en er kunnen zelfs hoge boetes gegeven worden.
Het verbranden van snoei- en ladbouwresten zoals takken, bladeren etc. is regionaal per autonome regio geregeld. Dat houdt in dat de regels voor elke regio anders zullen zijn maar er zijn overeenkomsten. Het verbranden heet in het Spaans ‘quema de restos agrícolas y forestales’ of ‘quema de residuos vegetales’ waarbij het tuinafval ook wel ‘poda’ genoemd wordt.
Particulieren kunnen de tuinresten naar het lokale milieupark brengen of in de plaatselijke ‘poda’ container achterlaten. Agrariërs mogen dat niet en kiezen meestal voor het verbranden van hun restafval, al zouden er ook hakselaars gebruikt kunnen worden maar daar kiezen weinig landbouwers voor want verbranden is voor hen sneller en makkelijker (maar niet beter voor het milieu).
Ten eerste moet men bij het verbranden rekening houden met de tijd van het jaar want in de droge brandgevaarlijke maanden, meestal van mei, juni of juli tot en met september en soms tot eind oktober, mag er niets verbrand worden. Deze maanden worden per regio bepaald waarbij deze dus in Catalonië anders kunnen zijn dan in de Valencia regio, Andalusië of op de Canarische Eilanden.
Er gelden naast periodes per jaar ook vaak speciale tijden zoals dat het verbranden alleen mag gebeuren tussen 8.00 en 14.00 uur op doordeweekse dagen en niet in de weekenden en feestdagen. Ook dat kan per autonome regio anders zijn.
Spanje is een land waar zeker in de zomermaanden maar ook in de wintermaanden een grote kans is op natuur- en bosbranden. Daarom is het zomaar verbranden van snoei- en landbouwresten niet toegestaan in brandgevaarlijke gebieden. In de periode dat dit wel is toegestaan moet de verbranding altijd plaatsvonden op een bepaalde afstand van andere brandgevaarlijke materialen zoals bomen, struiken en een bosrand. Over het algemeen heeft men het over afstanden tussen de 50 en 500 meter van een bosrand.
Voordat iemand iets wil verbranden moet er toestemming gevraagd worden aan de gemeente (permiso del ayuntamiento). Dat kan bij het gemeentehuis zelf of via de websites die per autonome regio, provincies en gemeenten weer anders zijn.
Verder moet er rekening worden gehouden met de weersomstandigheden zoals wind, regen, vochtigheid, temperatuur etc. De wind kan de rook bijvoorbeeld richting een weg duwen wat gevaarlijk kan zijn terwijl de temperatuur en droogte ervoor kan zorgen dat slechts een klein vonkje al genoeg is om andere dichtstbijzijnde beplanting in brand te zetten.
Het niet naleven van de regels kan boetes opleveren tussen de 1.000 en 100.000 euro afhankelijk van het gevaar dat een verbranding kan opleveren en of er wel of niet sprake is van schade. Als er snoei- en landbouwresten verbrand worden in een periode van het jaar waarin dat niet is toegestaan of dat gebeurt wel binnen de toegestane periodes maar zonder toestemming van de gemeente, dan kan dat gemeld worden bij de politie.