CÁDIZ – Algar, een dorp van 1.400 inwoners in de provincie Cádiz, diende deze zomer een bijzonder voorstel in bij UNESCO, de internationale organisatie voor de bescherming van materieel en immaterieel erfgoed. De inwoners van het dorp willen dat hun traditie om ‘s avonds op een stoel op straat te zitten en met de buren te kletsen tot immaterieel erfgoed wordt uitgeroepen.
In het pittoreske Algar is de traditie nog springlevend. Wanneer in de zomer de temperatuur er voldoende daalt, zoeken de buurtbewoners de koelte van de straat op. Tijdens die ‘charlas al fresco’, conversaties in de koelte, overlopen ze de dag en praten ze wat bij.
Om de erkenning en de bescherming van UNESCO te bekomen, riep het gemeentebestuur haar inwoners op de straat op te gaan en zoals steeds in de koelte te gaan zitten. “Onze bedoeling is dat de sociale netwerken geen komaf maken met de volkse traditie van de gesprekjes in de koelte. Dat is wat we proberen, dat de families terug op straat komen en volwassenen, kinderen en ouderen bijeen zijn”, vertelt de burgemeester van Algar, José Carlos Sánchez Barea.
Het initiatief kan op grote bijval rekenen. Sinds de aankondiging deze zomer, ontbrak geen enkele buurtbewoner op straat. Het straatleven typeert Spanje in de zomer, vooral wanneer de zon onder is en het er aangenaam vertoeven is. Toch is Algar de eerste gemeente die er voor strijdt dat die traditie niet verloren gaat.
De burgemeester moedigt ook andere Spaanse dorpen aan om daaraan mee te werken. Het initiatief werd zelfs opgepikt in de internationale media. Voorlopig kwam er vanuit UNESCO nog geen respons, de inwoners van Algar hebben alvast iets om over te praten wanneer het er in de lente terug warm genoeg wordt om op straat te komen.