VALENCIA – Het Valenciaanse instituut voor agro-technologie en voeding AINA is er in geslaagd via nieuwe technieken verschillende bronnen van proteïnen om te zetten in op vlees lijkende producten van plantaardige afkomst. De hamburgers in kwestie zijn onder meer gemaakt van insecten, aardappelen of hennep en zijn vezelig, homogeen en vochtig. Een interessant alternatief voor het bord van vegetariërs of veganisten.
Na de polemiek rond de macrogranjas (mega boerderijen) komt er voor een keer ook goed nieuws uit de alternatieve hoek. Het Valenciaanse instituut AINA gebruikte voor de ontwikkeling van een paar nieuwe vleesvervangers onder meer plantaardige bronnen als soja, bonen, rijst, hennep of insecten. Die alternatieve vormen van proteïnen zijn veelbelovend als vleesvervangers. In dat gebied valt ook nog heel veel vooruitgang te boeken, vooral op vlak van textuur, smaak, sappigheid en kleur.
Mariana Valverde, medewerker van AINA vertelt dat de “technologie van extrusie een van de meest veelbelovende technologieën is bij de ontwikkeling van vleesvervangers”. Extruderen is een vormgevingstechniek waarbij een kneedbaar materiaal door een gietvorm wordt geperst. Het wordt veel gebruikt bij de productie van kunststoffen maar heeft dus ook in de voedingsindustrie zijn nut. Het gaat dan voornamelijk om de productie van zaken als pasta of vleesvervangers.
Voor die vleesvervangers is er enerzijds de extrusie onder hoge vochtigheid, die toestaat vochtige producten meet veel vezel te creëren, en anderzijds die van lage vochtigheid die droge bronnen van proteïne vormt die dienen te worden gehydrateerd voor consumptie (bijvoorbeeld Soja brokken).
Een recent onderzoek van Bloomberg Intelligence berekende de marktwaarde van vleesvervangende producten op 26.000 miljoen Euro en schat dat de waarde tegen 2030 boven de 143.000 miljoen Euro zal uitstijgen. Tegen dan zou het om een marktotaal van 7,7% gaan binnen de gehele markt van proteïnen.