MADRID – Op 11 maart 2022 is het precies 18 jaar geleden dat heel Spanje en de rest van de wereld werden opgeschrikt door de bomaanslagen op vier forensentreinen in Madrid. Bij deze aanslagen lieten 192 mensen met 17 nationaliteiten het leven en raakten 1.857 mensen zwaar- of lichtgewond. In totaal ontploften er 10 bommen bij de aanslag die later op werd geëist door Al Qaida. Het aantal doden is recent opgelopen van 192 naar 193 nadat een persoon na 10 jaar coma is overleden.
De bomaanslagen in Madrid op 11 maart 2004 (11M) in Spanje waren toendertijd (en nog steeds) de ergste aanslagen van Europa sinds de aanslag op het vliegtuig in het Schotse Lockerbie in 1988. In eerste instantie ging de Spaanse regering er van uit dat de Baskische afscheidsbeweging ETA met de aanslagen te maken had maar, mede vanwege dat deze aanslag vele keren gruwelijker was dan de grootste aanslag van ETA ooit in Barcelona met 21 doden, werd al snel bekend dat de Al Qaida achter de aanslagen zat.
De aanslagen in Madrid vonden precies 30 maanden of 2,5 jaar plaats na de aanslagen op 11 september 2001 in New York waarbij bijna 3.000 mensen om het leven kwamen en welke leidde tot een wereldwijde zoektocht naar Bin Laden, de toenmalige leider van Al Qaida. Spanje was actief betrokken bij zowel de oorlog in Irak als de zoektocht naar Bin Laden, iets wat mede geleid heeft tot de aanslagen.
Verkiezingen
De gruwelijke aanslagen in Madrid vonden plaats precies drie dagen voor de Spaanse verkiezingen, iets wat op de dag van vandaag door sommige journalisten en zelfs politici niet als toevallig wordt gezien. De politieke partijen verklaarden hun campagnes te stoppen, maar de verkiezingen zouden wel doorgang vinden. De aanslagen zijn waarschijnlijk van grote invloed geweest op de uitslag van de verkiezingen. Vóór de aanslagen lag de conservatieve PP (Partido Popular) van aftredend premier José María Aznar duidelijk voor in de peilingen, uiteindelijk won echter de socialistische PSOE van Zapatero.
Vermoed wordt dat het plotselinge verlies voor een aanzienlijk deel werd veroorzaakt doordat de regerende partij PP vasthield aan de verantwoordelijkheid van de ETA, hoewel er al voor de verkiezingen meerdere aanwijzingen waren die duidden op een mogelijke verantwoordelijkheid van Al Qaida. Verantwoordelijkheid van de ETA had positief kunnen uitpakken voor de PP, omdat deze een harde lijn tegenover de ETA voorstaat. Betrokkenheid van Al Qaida zou daarentegen negatief kunnen werken, omdat het een ‘straf’ zou kunnen zijn voor Spanjes betrokkenheid in Irak, waar de Spaanse regering tegen de wens van de meerderheid van de bevolking een belangrijke rol speelde.
- Irak
De oorlog in Irak, waarin Spanje actief was in de door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk geleide coalitie, had al voor de aanslagen het afkeuren van 80% tot 90% van de Spaanse bevolking. Aankomend premier Zapatero had al voor de aanslagen op zijn (toen onpopulaire) agenda de terugtrekking uit Irak staan. Na zijn overtuigende verkiezingsoverwinning hield hij woord door de Spaanse troepen uit Irak terug te trekken.