Elke week plaatsen we aan de hand van de tips en informatie van de ‘Typisch Spanje’ auteur Frieda Kleinjan een reis door Spanje maar dan op een andere manier. Dat doet de schrijfster door middel van bekende en minder bekende boeken en romans om zo de link tussen het reizen, de cultuur en literatuur te maken tijdens de wekelijkse ‘literaire reisgids van Spanje’, een must voor de lezers die aan ‘literair toerisme’ willen doen. Via de links in het artikel zijn de boeken meteen te bestellen om zo al aan jouw literaire reis door Spanje te beginnen.
Je zou literair toerisme kunnen omschrijven als een soort cultureel toerisme dat zich heeft ontwikkeld op plekken die verband houden met gebeurtenissen in fictieve teksten. Met andere woorden: het is een nieuw soort cultureel toerisme dat fictie verbindt met de echte wereld.
Maar wanneer is iemand een literair toerist? Om een paar voorbeelden te noemen: als je na het leven van ‘De kathedraal van de zee’ van Ildefonso Falcones staat te popelen om Barcelona te bezoeken, je wilt rondzwerven in het oude centrum van Oviedo om de schaduwen van ‘La Regenta’ te ontdekken of zó wordt meegesleept door de avonturen van ‘Don Quichot’ dat je wilt weten door welke plekken Miguel de Cervantes werd geïnspireerd dan mag je jezelf met recht een literair reiziger noemen. Het zijn overigens niet alleen Spaanse auteurs wiens sporen aantrekkingskracht uitoefenen. Zo dwalen lezers van ‘The Sun Also Rises’ van Ernest Hemingway door de straten van Pamplona om er de San Fermínfeesten te vieren en is de tocht die Washington Irving in 1829 maakte van Sevilla naar Granada om er de ‘Tales of Alhambra’ te schrijven een van de populairste routes van Andalusië.
Door de fictieve succesverhalen van onder meer Carlos Ruiz Zafón, Eva García Saénz de Urturi, Ildefonso Falcones, Dolores Redondo, neemt dit soort toerisme een steeds grotere plaats in. Lezers zijn op zoek naar een echte connectie met het boek dat hen enthousiast heeft gemaakt. Met eigen ogen willen ze de plekken ontdekken waarvan ze zich bij het lezen een voorstelling hebben gemaakt, de geur ruiken zoals die beschreven staat of mens ontmoeten die net zo aardig zijn als wordt verteld.
Barcelona, de stad der letteren
Als we het over literaire steden in Spanje hebben neemt Barcelona zonder enige twijfel een prominente plaats in. Een jaar nadat Granada door de UNESCO werd verkozen tot City of Literature, Cultuurstad, kreeg in 2015 de Catalaanse hoofdstad deze toekenning. Dat heeft geleid tot nieuwe activiteiten, projecten en informatief materiaal zoals de prachtige literaire kaart van Barcelona.
In de loop van de geschiedenis hebben talloze schrijvers er hun verhaal gesitueerd. Veel van deze romans zijn grote klassiekers geworden en zelfs bestsellers. Wie de literaire schatten wil ontdekken, in de hoeken en straten van de ‘Ciudad Condal’ neemt de boeken ter hand van fenomenen als Juan Marsé, Carmen Laforet, Ildefonso Falcones, Mercé Rodoreda, Carlos Ruiz Zafón of Eduardo Mendoza.
Juan Marsé: ‘De laatste middagen met Teresa’
‘Er zijn bijnamen die niet alleen een manier van leven illustreren, maar ook de maatschappelijke gesteldheid van de wereld waarin iemand woont. Op de avond van 23 juni van het jaar 1956, de dag van het Sint-Jansfeest, dook de zogenaamde Piechemapart uit de schaduw en van zijn buurt op, gekleed in een splinternieuw, kaneelbruin zomerpak; hij daalde de berg de Carmelo af, liep over de weg naar het plaza Sanllehy…’
Zo begint de roman ‘De laatste middagen met Teresa’, Últimas tardes con Teresa, van Juan Marsé (1933-2020). Het hoofdpersonage Manolo Reyes, een crimineeltje uit Murcia, alias Piechemapart, jat een motorfiets om ermee te gaan crossen in de welgestelde wijk San Gervasio. Als hij ziet dat daar ergens een feestje is grijpt hij zijn kans. Zonder uitnodiging gaat hij naar binnen, versiert er Maruja, maar heeft eigenlijk een oogje op Teresa, een jongedame uit de betere kringen. Via een omweg komt hij met haar in contact. In Barcelona en op het strand van Blanes speelt zich de liefdesgeschiedenis af van twee mensen uit twee totaal verschillende werelden, barrio de El Carmel, een achterbuurt met immigranten, criminelen, prostituées en San Gervasio, een buurt voor de rijken. In die zomer komen ze erachter dat geen van beiden is wat de ander dacht.
Juan Marsé groeide op in het naoorlogse Barcelona, in een van de wijken die hij vaak beschreef. In ‘De laatste middagen met Teresa’ is dat de barrio de El Carmel waar een weg doorheen loopt die de armen scheidde van de rijken. Daar zit ergens op een hoek nog steeds bar Delicias, waar het hoofdpersonage Manolo met de andere jongens uit de buurt domino speelde of een pakje Chesterfield kocht. Tegenover die bar sprak hij vaak af met Teresa. Met haar witte Renault Florida kwam ze aanrijden uit de richting van San Gervasio, waar de bourgeoisie woonde. En die andere bar, Tibet, aan de voet van de berg Carmel, heet nu restaurant Tibet. Het charismatische crimineeltje Piechemapart keek met verbazing naar het nabijgelegen Park Güell van Gaudí. Hij zag al die toeristen die daar kwamen aan voor de rijken, op wie hij graag wilde lijken. In de bibliotheek van El Carmel-Juan Marsé kom je alles te weten over, volgens El País, de beste verteller sinds 1960.
KLIK HIER om dit boek te bestellen: Juan Marsé, ‘De laatste middagen met Teresa’, Uitgeverij Signatuur (2011), vertaling Mariolein Subarte Belacortu
Ildefonso Falcones: ‘De schilder van Barcelona’
“In de oude binnenstad weergalmde het geschreeuw van honderden vrouwen en kinderen. ‘Staakt allen! Sluit de winkels! Houd de wagens tegen! Doe de blinden dicht! De vrouwen die een mobiele stakerspost hadden gevormd, velen met een kleintje op de arm of worstelend met een kind aan de hand dat zich probeerde los te rukken om zich bij de grotere kinderen te voegen die vrij rondliepen, trokken door de straten van de oude binnenstad om arbeiders en koopmannen die hun werkplaats, zaak of winkel nog niet hadden gesloten, op te roepen het werk onmiddellijk neer te leggen. De meesten lieten zich overtuigen door de stokken en ijzeren staven die de vrouwen in de lucht hieven, al moest daarvoor soms wel eerst een etalageraam sneuvelen of een felle woordenwisseling plaatsvinden.”
Barcelona 1901. De stad beleeft dagen van grote onrust. De economische misère van de meest kansarmen staat in fel contrast met de overvloedige weelde van de grote lanen, waar enkele bijzondere gebouwen opvallen, symbool van de komst van het Modernisme.
Dalmau Sala, zoon van een geëxecuteerde anarchist, is een jonge schilder die gevangen zit tussen twee werelden. Aan de ene kant die van zijn familie en Emma zijn grote liefde, fervente verdedigers van de arbeidersstrijd, aan de andere kant die van zijn werk bij het keramiekatelier van Don Manuel Bello, zijn mentor, een conservatieve katholiek, waar hij in een omgeving zit van rijkdom en creatieve innovatie. Hierin moet hij zijn weg zien te vinden, als man en als kunstenaar, om te ontdekken wat echt belangrijk voor hem is: de liefde van een dappere en strijdbare vrouw, of de fantastische opdrachten van de bourgeoisie.
De advocaat en schrijver Ildefonso Falcones (1959), bekend door zijn boeiende verhalen, die wereldwijd indruk achterlaten, beschrijft in De schilder van Barcelona, El pintor de almas goed gedocumenteerd de historische gebeurtenissen uit die tijd.
KLIK HIER om dit boek te bestellen: Ildefonso Falcones, ‘De schilder van Barcelona’, 2019, uitgeverij Luitingh-Sijthoff, vertaling Joke Mayer en Fennie Steenhuis.
- Literaire reisgids van Spanje: verhalen voor de literaire toerist (2)
- Literaire reisgids van Spanje: verhalen voor de literaire toerist (1)
‘Typisch Spanje’
Het boek ‘Typisch Spanje rondgang door een eigenzinnig land’ geschreven en samengesteld door Frieda Kleinjan, is een bundel met fascinerende verhalen over uiteenlopende onderwerpen: architectuur, beeldende kunst, literatuur, sport, film, natuur, muziek, tradities… Al die verschillende cultuuruitingen vormen de identiteit van Spanje, leggen de ziel ervan bloot, tonen het land in al haar schakeringen. Voor elke Spanjeliefhebber valt er iets nieuws te ontdekken. KLIK HIER om dit boek te bestellen.