Het aantal thuiswerkers is in Spanje flink gedaald naar 2,6 miljoen personen

Het aantal thuiswerkers is in Spanje flink gedaald naar 2,6 miljoen personen
beeld: Freepik
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MADRID – Volgens de informatie over het eerste trimester van 2022 van het Observatorio Nacional de Tecnología y Sociedad, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, waren er in januari, februari en maart van dit jaar slechts 2,6 miljoen werkenden die aan thuiswerken doen. Dat is 13,1% van alle werkenden wat iets minder is dan de 13,6% van het laatste trimester van 2021. Het aantal thuiswerkers is echter nog wel meer dan voor de corona-pandemie.

Het leek zo mooi, het thuiswerken als corona-maatregel in Spanje, iets wat zou blijven als nieuwe tendens. Maar helaas is het aantal werkenden dat van huis uit werkt de laatste maanden weer flink gedaald, om precies te zijn in 2021 van 16,6% naar 13,1%. Het merendeel van de werkenden (68,6%) ziet wel wat in thuiswerken maar slechts 22,3% van de werkende bevolking heeft de mogelijkheid om thuis te kunnen werken. Voor de corona-pandemis werkte slechts 7,4% van huis uit, 1,43 miljoen werkenden wat ver weg is van het Europese gemiddelde van 17%.

Volgens de ‘Flash Datos de Teletrabajo’ werkten er in het eerste trimester van 2022 in totaal 2.637.200 personen van huis uit, dat is 13,1% van alle werkenden en iets minder dan de 2.741.900 personen die in het laatste trimester van 2021 van huis uit werkten. In het eerste trimester gaat het om 1.388.900 (12,9%) mannelijke thuiswerkers en 1.248.300 (13,5%) vrouwelijke thuiswerkers.

De grootste groep regelmatige thuiswerkers is tussen de 35 en 44 jaar oud gevolgd door de groep 25-34 jaar oud, 45-54 jaar oud en de 55-plussers. Daarnaast is een groot deel (30%) van de thuiswerkers ook zelfstandig terwijl het in 10% van de thuiswerkers gaat om werkenden met een salaris.

Als gekeken wordt naar de autonome regio’s dan is te zien dat 13,5% in Madrid thuiswerkt gevolgd door Asturië met 9%, Catalonië met 8,8%, Galicië met 7% en de Valencia regio met 6,6%. In het Baskenland is dat percentage 6,2% gevolgd door Andalusië met 5,9%, Balearen 5,7%, Canarische Eilanden en Castilië en León beiden met 5,1%, Extremadura en Cantabrië beiden met 5%, Aragón 4,9%, Castilla-La Mancha 4,8%, Navarra 4,6%, La Rioja 4% en Murcia met 3,9% thuiswerkers.