MADRID – De maand april is afgesloten met een elektriciteitsopwekking van 40% door wind- en zonne-energie. Het is de eerste keer dat zoveel elektriciteit werd opgewekt door deze twee alternatieve energiebronnen, aldus een studie van Ember. In april 2022 werd het vorige maandrecord van mei 2021, toen 38,9% elektriciteit werd opgewekt door wind- en zonne-energie, verbroken.
Ember legt in het rapport uit dat wind- en zonne-energie de afgelopen twee jaar het aandeel van fossiele brandstoffen in het energiepakket van Spanje met acht procent hebben verminderd.
Volgens het maandrapport van de Spaanse beheerder van het elektriciteitssysteem ‘Red Eléctrica de España’ (REE) werd 52,1% van de elektriciteit in april opgewekt door hernieuwbare energiebronnen en 47,9% door niet-hernieuwbare bronnen. De REE zegt dat 74,7% van de elektriciteit werd opgewekt door CO2 arme energiebronnen.
Hernieuwbare energieën zijn die afkomstig zijn van natuurlijke en onuitputtelijke bronnen zoals wind, zon of water. De niet-hernieuwbare energiebronnen zijn verkregen uit fossiele brandstoffen zoals olie, aardgas of steenkool en kernenergie. Spanje heeft een uitgebreid netwerk van windmolenparken en zonneparken waarvan de aantallen steeds groter worden.
In de maand april (2022) was volgens het rapport (PDF) van de REE 52,1% van de energievraag afkomstig van hernieuwbare energieën (renovables) zoals 26,8% windenergie (eólica) gevolgd door 12,2% van zonne-energie (solar fotovoltaica) en 8,6% van hydraulische energie (hidráulica) terwijl 2% afkomstig was van geothermie of aardwarmte (solar térmica). 47,9% was afkomstig van niet-hernieuwbare bronnen (no renovables) zoals 21,4% kernenergie (nuclear), 12,5% uit stoom- en gascentrales (ciclo combinado), 8,3% warmtekrachtkoppeling (cogeneración) en 3.4% steenkool (carbón).