Aantal inwoners van Spanje met risico op armoede en/of sociale uitsluiting in 2021 gestegen

Aantal inwoners van Spanje met risico op armoede en/of sociale uitsluiting in 2021 gestegen
beeld: 123rf
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MADRID – Het aantal inwoners van Spanje dat in een situatie leeft met risico op armoede en/of sociale uitsluiting is toegenomen van 27 procent in 2020 naar 27,8 procent in 2021. Een van de veroorzakers van deze toename is de corona-pandemie en de daarbij horende crisis geweest maar ook de inflatie speelt een grote rol. 8,3 procent bevindt zich in een ernstige achterstandssituatie terwijl dit nog 8,5 procent was in 2020, aldus de cijfers van het Spaanse Instituut voor de Statistiek (INE).

Als het om deze situatie van een deel van de bevolking gaat wordt ook wel gesproken over de term ‘at risk of poverty or social exclusion (AROPE)’ wat in het Spaans ‘tasa de riesgo de pobreza o exclusión social’ is en in het Nederlands ‘risico op armoede en/of sociale uitsluiting’ heet. 

Het risico op armoede en/of sociale uitsluiting is in 2021 met 0,8 procent toegenomen naar 27,8 procent wat gelijk staat aan circa 13,2 miljoen inwoners van Spanje die zich in deze situatie bevinden. Het is het hoogste percentage sinds 2017 toen dit nog 27,5 procent was en daarna in 2018 daalde naar 27,3 procent en in 2019 daalde naar 26,2 procent. In 2014 was er echter nog sprake van 30,2 procent

Bij het AROPE 2021-percentage loopt men volgens het (nieuwe) Europese criterium een risico als men een inkomen heeft dat lager is dan de Europese armoedegrens, men ernstig achtergesteld is in de consumptie van gangbare goederen en diensten of tot een huishouden behoort waarvan de werkintensiteit laag is.

In Spanje steeg de bevolking op de armoedegrens (población en riesgo de pobreza) naar 21,7 procent. De bevolking met materiële tekorten (población con carencia material y social severa) steeg naar 8,3 procent terwijl de bevolking met een lage werkintensiteit (población con baja intensidad en el empleo) steeg naar 11,6 procent.

Meer dan 3,3 miljoen inwoners van Spanje leven in een ernstige achterstandssituatie (carencia material y social severa) wat van 10,7 procent in 2014 daalde naar 8,3 procent in 2020. 8,8 procent van de ondervraagden geeft aan dat ze het einde van de maand financieel maar zeer moeilijk of niet kunnen halen terwijl 33,4% aangeeft onvoorziene kosten niet te kunnen betalen.

Spanje heeft circa 10,3 miljoen inwoners die wat betreft inkomsten onder de armoedegrens leven, een drempel die bij 9.535 euro per jaar voor een eenpersoonshuishouden en bij 20.024 euro per jaar voor een huishouden van twee volwassenen en twee kinderen onder de 14 jaar is gelegd. Het gemiddelde inkomen per persoon ligt in 2021 op 12.269 euro bruto. 

Je wordt tot een huishouden met een ernstige achterstelling gerekend als je niet minstens een jaarlijkse vakantieweek hebt; geen mogelijkheid hebt tot het consumeren van vlees, kip of vis (3x per week); niet genoeg geld hebt om de verwarming te kunnen betalen; financiële beperkingen hebt om onverwachte noodzakelijke uitgaven van minstens 700 euro te kunnen betalen of als je de maandelijkse lasten (gas, water, elektriciteit) niet kunt betalen. Het niet kunnen beschikken over duurzame goederen zoals een auto, kleurentelevisie, telefoon of  een wasmachine wordt ook meegeteld.

Het AROPE 2021-percentage in Spanje is 27,8 procent maar per autonome regio zijn er grote verschillen te merken. Het hoogste percentage hebben Andalusië en Extremadura met 32,3 procent gevolgd door de Canarische Eilanden met 28,4 procent, Murcia regio met 27,7 procent, Castilla-La Mancha met 27,4 procent, Valencia regio met 25,1 procent, Asturië met 20,4 procent, Galicië met 20,2 procent, Castilië en León met 17,9 procent, Balearen met 17,6 procent, La Rioja met 16,1 procent, Aragón met 15,8 procent, Cantabrië met 15,4 procent, Madrid regio met 15,2 procent, Catalonië met 14,8 procent, Baskenland met 12,2 procent en Navarra met 9,8 procent.