CÓRDOBA – In aflevering drie gaan de deelnemende kampeerders van het populaire tv-programma ‘We zijn er bijna’ op bezoek in onder andere Sevilla en Córdoba. De stad Sevilla kent iedereen wel maar Córdoba is vaak minder bekend, en dat is onterecht. Het glossy Spanje magazine ESPANJE! ging de kampeerders al voor tijdens deze mooie stedentrip naar Córdoba in Andalusië zodat als je aflevering 3 bekijkt iets meer achtergrondinformatie hebt over de prachtige stad Córdoba..
De weg naar Granada en Sevilla weten we inmiddels wel te vinden, maar Zuid-Spanje kent nog zo’n pareltje: Córdoba. Ook in deze Andalusische stad kun je genieten van de mix van de Moorse, christelijke en Joodse cultuur met als hoogtepunt de prachtige Mezquita. In dit artikel vind je tips voor bezienswaardigheden, hotels en restaurants in deze Zuid-Spaanse stad.
¡LEUK! Neem nu een abonnement op ESPANJE! dat vier keer per jaar een 100 pagina’s tellend glossy magazine uitbrengt. Voor slechts € 26,95 krijg je met € 13 of 30% korting (normaal € 39,75) de huidige editie en de vier komende edities. KLIK HIER en meld je aan om meteen ESPANJE! te lezen (ook leuk als cadeau natuurlijk).
Om iets van hedendaags Córdoba te begrijpen is een duik in het rijke verleden onvermijdelijk. Al in de Griekse tijd werd deze plek bewoond. Later volgden de Carthagers en in 206 v.Chr. viel de stad in Romeinse handen. De Romeinen doopten de nederzetting Corduba, die het zelfs tot hoofdstad van het rijk Hispania Baetica wist te schoppen. Na de val van het Romeinse Rijk werd Córdoba kortstondig bestuurd door de de Vandalen en door de machthebbers van Byzantium, het huidige Istanboel, om vervolgens Visigotisch te worden. Nadat in 711 de moslims Zuid-Spanje waren binnengetrokken, werd ook Córdoba ingenomen door de Arabieren. De belangrijkste fase van de geschiedenis van de stad brak aan.
Cultuurcentrum van Europa
Tien eeuwen geleden was Córdoba niet alleen de hoofdstad van islamitisch Spanje, maar met een bevolkingsaantal van ongeveer 500.000 – tegenwoordig wonen er 325.000 mensen – was het tevens Europa’s grootste culturele en intellectuele centrum. Uit die tijd dateert ook Medina Azahara even buiten Córdoba. Een bezoek aan de ruïnes van deze vroegere Arabische paleisstad en het bijbehorende museum geeft een goede indruk van de omvang die de stad moet hebben gehad. Na de val van het kalifaat in 1031 raakte Córdoba in verval. Inhalige plunderaars uit de wijde omgeving haalden de stad leeg, zonder de monumentale bouwwerken, inclusief Medina Azahara, te sparen. In 1236 kwam Córdoba met de verovering van Ferdinand III in christelijke handen. De moslims, die een paar eeuwen op redelijk goede voet hadden samengeleefd met de Joden en christenen in de stad, werden verbannen. Overal werden kerken uit de grond gestampt. In de beginperiode wisten de Joden hun invloed te behouden. De synagoge dateert uit deze tijd. Pas aan het einde van de veertiende eeuw werden ze verplicht zich te bekeren. Nog een eeuw later, in 1492, werden ze door het katholieke koningspaar Ferdinand II van Aragón en Isabella van Castilië het land uitgezet als ze niet katholiek werden.
Magnifieke Mezquita
Tot zover de geschiedenis. Op naar het moderne Córdoba, dat overigens nog altijd wordt gekenmerkt door het verleden. Wie door het historische centrum met zijn kronkelende klinkerstraatjes slentert, waant zich in vervlogen tijden. De historische binnenstad, een van de grootste in heel Europa, werd in 1994 door UNESCO tot werelderfgoed uitgeroepen. Tien jaar eerder was die eer al ten deel gevallen aan de beroemdste bezienswaardigheid van Córdoba, de Mezquita. De magnifieke Mezquitakathedraal is het belangrijkste islamitische monument (mezquita is Spaans voor ‘moskee’) in de westerse wereld. Met de bouw ervan werd in 785 begonnen. De moskee kwam te staan op de plek waar voorheen een Visigotische basiliek prijkte, die op zijn beurt weer op de resten van een Romeinse tempel had gestaan. Gedurende de volgende twee eeuwen werd het religieuze bouwwerk flink uitgebreid, waardoor goed zichtbaar is hoe de kalifale kunst zich in die tijd ontwikkelde. Na de reconquista kreeg de Mezquita een nieuwe bestemming: kathedraal van het bisdom Córdoba. Het resultaat is een kerkgebouw met gotische, renaissancistische en barokke elementen te midden van een woud van meer dan achthonderd zuilen waarop rood- met geelgekleurde hoefijzervormige bogen steunen.
Betoverend palmenbos
Zorg er bij een bezoek aan de Mezquita voor dat je de tijd hebt. Dwaal door het bogenbos – door velen gedoopt tot ‘palmenbos’ – en laat je verrassen door de vloeren, de zuilen, de poorten en de uitbundige kapellen aan de zijkant. De stilte en het lichtspel zijn betoverend. Wie niets moet hebben van spiritualiteit zou hier zomaar van gedachten kunnen veranderen. En dan ineens is daar die imposante kathedraal. Nog hoger, veel lichter. Totaal anders. Maar misplaatst, vinden sommigen, onder wie Cees Nooteboom, die in 1962 zo prachtig schreef: ‘Alleen het hart van het bos is bedorven: daar zijn de bomen gekapt en hebben wilde christenen hun kathedraal gebouwd, een enclave vol barok, die hier hatelijk aandoet.’ Ook keizer Karel V was met het resultaat, dat onder zijn bewind werd voltooid, niet tevreden. ‘U hebt iets gebouwd wat u of anderen overal gebouwd hadden kunnen hebben, maar u hebt iets verwoest wat uniek was in de wereld,’ vermaande hij de architect. Voor de bouw van de kathedraal moesten de vierhonderd zuilen die het hart van de vroegere moskee hadden gevormd, het veld ruimen. Maar hoe je het ook wendt of keert, ook de kathedraal ín die voormalige moskee maakt van de Mezquita van Córdoba een uniek complex.
Ultiem Spanjegevoel
De Mezquita vormt zonder twijfel het kloppende hart van Córdoba’s toeristische wijk. Eromheen liggen de oude Joodse en Arabische buurten: een labyrint van smalle straten met aan weerszijden witgekalkte huisjes. Hier vind je de meeste tapasbars, restaurants en souvenirwinkels. Het lijkt misschien een plek om te mijden, maar de oude binnenstad heeft absoluut z’n charme. De Spaanse balkonnetjes, de vrolijke potten gevuld met geraniums aan de muren, en de inkijk door smeedijzeren hekken op weelderige patio’s met de gezellige azulejos zorgen voor het ultieme Spanjegevoel. De flamencojurkjes en de beroemde sombrero cordobés (niet te verwarren met de Mexicaanse sombrero) in de winkeletalages dragen daar ook aan bij. Het lijkt wel één groot openluchtmuseum. Breng, nu je er toch bent, een bliksembezoek aan het piepkleine Casa Museo Arte sobre Piel over Arabische leerbewerking. De toegang is gratis. Dat geldt ook voor de synagoge en de bijzondere kapel Capilla Mudéjar de San Bartolomé. Ook het stierenvechtermuseum bevindt zich in deze buurt. Hier is vooral veel aandacht voor Manolete, de beroemdste torero van de stad. Een leuke manier om meer te begrijpen van de mix van culturen die Córdoba is, is het bekijken van de werken in het museum gewijd aan Julio Romero de Torres, de befaamdste kunstenaar uit de stad. Hij portretteerde talloze locals, onder wie vele uit de wereld van de flamenco, de muziek die ook bij de cordobeses door de aderen stroomt. Ertegenover bevindt zich het Museo de Bellas Artes, met oude Spaanse meesters.
De rivier over
Aan de andere kant van de Mezquita stroomt de Guadalquivir. Passeer eerst de Triunfo de San Rafael, de beschermheilige van de stad. Een groot deel van de mannelijke stadsbewoners is vernoemd naar deze engel. Hij zou Córdoba in de middeleeuwen van de pest hebben bevrijd. Vervolgens kom je bij de Puente Romano, die hier al sinds de eerste eeuw de rivier overgaat. Ernaast staat de Puerta del Puente, die vroeger toegang tot de brug verschafte. Tegenwoordig kun je het gebouwtje in voor een mooi uitzicht op de rivier en de aan de overkant gelegen Torre de la Calahorra. Verderop ligt het Alcázar de los Reyes Cristianos, de residentie van het katholieke koningspaar. Ferdinand en Isabella woonden hier voordat ze na de reconquista richting Granada vertrokken. Op deze plek ontmoetten ze ook ontdekkingsreiziger Columbus, die om financiering voor zijn overzeese avonturen vroeg. Vooral de tuinen zijn een bezoekje waard.
De mooie patio’s van Córdoba
Mooie tuinen vind je ook in het Palacio de Viana. In de jaren tachtig was dit paleis van de adellijke familie van de markiezen van Viana. De kamers vol antiek zijn prachtig, maar de twaalf patio’s vormen de belangrijkste reden om het paleis te bezoeken. Natuurlijk zijn er in heel Córdoba bijzondere patio’s, de stad is wereldberoemd om zijn binnenplaatsen. Eind 2012 kregen ze van de UNESCO een plek op de lijst met werelderfgoed. In de maand mei staat Córdoba ieder jaar weer in het teken van de Concurso de los Patios Cordobeses. Dan strijden de mooist versierde patio’s om de eerste plaats. De binnenplaatsen worden geopend voor publiek en vormen het toneel van tal van activiteiten, zoals etentjes, concerten en optredens. De wedstrijd wordt al sinds 1933 gehouden.
Verhullende bloempotten
Dat de locals hun binnenplaatsen zo prachtig versieren is – alweer – een erfenis uit het verleden. De patio’s zijn een nalatenschap uit de tijd van de moslims. Hun woningen hadden aan de buitenkant door witgekalkte muren. Meer niet. Geen straatnamen, geen huisnummers, geen decoratie. Geen wonder dat latere culturen moeite hadden met het vinden van de weg in een stad waar alle straten en huizen hetzelfde aandeden. Het leven speelde zich grotendeels af op de binnenplaatsen die achter de muren schuilgingen. Hier werd gekookt, gegeten en gewassen. De christenen namen die bouwstijl over. Eeuwen later begonnen inwoners van de stad planten en potten op te hangen om te verhullen dat er gaten en scheuren in de muren rond hun binnenplaatsen waren ontstaan en er geen geld was voor restauratie. En zo werden de bloemrijke patio’s geboren.
Gastronomisch genot
Genoeg dus om te bezichtigen in Córdoba. En ’s avonds ga je op zoek naar een goede flamencovoorstelling, woon je het licht- en muziekspektakel in het Alcázar de los Reyes Cristianos bij, de paardenshow in de koninklijke stallen of slenter je langs de Guadalquivir of door de Joodse wijk. En natuurlijk mag je Córdoba’s gastronomische hoogstandjes niet overslaan. Salmorejo is vaste prik. Deze koude soep is een lokale variant op gazpacho, bereid met brood en gegarneerd met ei en serranoham. Het populairste hoofdgerecht is rabo de toro, oftewel stierenstaart, geserveerd met frieten of aardappels. En ter afsluiting wordt het glas geheven met PX, pedro ximénez, een zoete variant op de sherry afkomstig uit het nabijgelegen Montilla. Het verhaal gaat dat soldaat Pedro Ximénez de druivensoort die voor de wijn wordt gebruikt in de zestiende eeuw meenam vanuit de Spaanse Nederlanden. In Córdoba duikt zelfs tijdens de maaltijd de rijke geschiedenis op.
Hoe kom je in Córdoba?
Je kunt niet direct op Córdoba vliegen. De dichtstbijzijnde vliegvelden zijn die van Granada en Sevilla. Hiervandaan kun je met de bus (www.alsa.es) verder reizen of een auto huren. Onze tip: combineer deze drie steden en plak er dan nog een paar dagen strand aan vast. Lees hier meer over een trip naar Córdoba, Granada en Sevilla.
Wanneer kun je het beste naar Córdoba?
In de zomer is Córdoba een van de heetste steden van Spanje en in de winter dalen de temperaturen zelfs tot onder het vriespunt. Volgens de Cordobezen zelf is mei de beste maand voor een bezoek, niet in de laatste plaats vanwege de patiowedstrijden die dan georganiseerd worden. Ook het najaar is een goed moment.
ESPANJE! Reis- en cultuurmagazine is dé Nederlandstalige glossy over Spanje en de Spaanstalige wereld dat vier keer per jaar in Nederland en België verschijnt. ESPANJE! is een hoogwaardig journalistiek magazine met inspirerende reisreportages, mooie interviews, boeiende columns, heerlijke recepten en honderden tips voor liefhebbers van Spanje. Meer informatie lees je op de website espanje.nl