In de operatie ‘Mano Negra’ heeft de Guardia Civil een criminele organisatie ontmanteld die zich bezighield met het onrechtmatig verkrijgen van de erfenissen van minstens 22 overleden ouderen tijdens de pandemie. In totaal zijn acht personen gearresteerd en nog drie anderen worden onderzocht vanwege georganiseerde misdaad, diefstal, oplichting, documentvervalsing, verduistering, witwassen van geld, identiteitsfraude en onrechtmatig bezit van wapens in de provincies Alicante, Valencia en Bizkaia. Een van de gearresteerden is een man met de Belgische nationaliteit, al is niet bekend gemaakt wat zijn rol was binnen deze criminele bende.
Op dit moment zijn er 22 overleden gepensioneerden geïdentificeerd als slachtoffer van deze criminele organisatie, waaronder twee Spanjaarden, vijf Fransen, één Belg, vier Zwitsers, één Brit, acht Duitsers en één Fin, waarvan velen geen bekende erfgenamen hadden. Het is mogelijk dat het aantal slachtoffers nog zal stijgen.
In mei 2021 ontdekten agenten van de Guardia Civil dat de gerechtelijke zegels van een woning in Benissa waren verbroken en dat er renovaties werden uitgevoerd en verschillende voorwerpen, waaronder een dure motorfiets, waren gestolen. Twee leden van de criminele organisatie, die werkzaam waren in een uitvaartcentrum in de regio Marina Alta, werden snel geïdentificeerd. Ze hadden niet alleen sieraden gestolen van overledenen waarvan de familie ze niet had opgeëist, maar gaven ook informatie door om in te breken in de huizen van de overledenen om hun bankgegevens te verkrijgen.
Nadat ze hadden vastgesteld dat er geen familieleden waren die aanspraak maakten op het lichaam van de overledene, begonnen de leiders van de organisatie met hun activiteiten. Dit waren een broer en zus die in Bilbao woonden, een 63-jarige vrouw met een juridische achtergrond en een 54-jarige verzekeringsmakelaar. De vrouw was de manager van 12 bedrijven, waaronder twee vastgoedbedrijven en vier administratiekantoren, terwijl de man eigenaar was van een verzekeringsmakelaardij.
De vastgoedbedrijven in Denia en het Baskenland werden gebruikt om de eigendommen van de overledenen te verhuren en te verkopen. Via de administratiekantoren in Bilbao en Cantabrië werden de overledenen door middel van valse zakelijke contracten omgezet in garanten van hun bedrijven.
Om belastingen te ontduiken maakten ze gebruik van een bouw- en renovatiebedrijf, een verzekeringskantoor voor administratieve procedures, een garage in Bilbao, twee hotels in de provincies Murcia en Valencia, een restaurant in Denia en twee offshore-bedrijven in Ierland en Malta.
Onder de leden van de bende was ook een voormalige medewerker van een gemeente in de regio Marina Alta, die vanwege zijn kennis adviseerde en kadaster wijzigingen uitvoerde om percelen onrechtmatig in te schrijven in het register van onroerende zaken.
Een andere gearresteerde was een medewerker van een bejaardentehuis in dezelfde regio, die documentatie en bankgegevens van zijn slachtoffers verkreeg en meer dan 112.000 euro overmaakte van twee 90-jarige inwoners van respectievelijk Duitse en Zwitserse nationaliteit naar de bankrekeningen van de criminele organisatie.