Er zijn twee autonome regio’s in Spanje waar de lonen hoger zijn dan in de rest van het land. Vooral in de Madrid regio en het Baskenland wordt er steeds meer verdiend in vergelijking met het gemiddelde salaris in andere autonome regio’s. Deze kloof wordt nog groter als we de salarissen van inwoners uit Andalusië, Murcia, Extremadura, La Rioja en Castilië vergelijken.
De lonen die worden betaald in de regio’s Madrid, Baskenland, Navarra en Catalonië zijn al tientallen jaren hoger dan het gemiddelde salaris in de rest van het land. Maar in de afgelopen tien jaar is het verschil groter geworden, tenminste in de eerste twee regio’s.
Als we kijken naar de gegevens van het Spaanse Statistiekbureau INE, was het salaris voor een fulltime baan in Madrid in 2011 nog 2.053 euro en in het Baskenland 2.114 euro. Tien jaar later in 2021 waren deze salarissen respectievelijk gestegen tot 2.368 euro en 2.452 euro. Dit komt overeen met wat andere analisten, zoals het College van Economisten, hebben opgemerkt, namelijk dat deze twee regio’s tot de meest competitieve behoren.
Volgens experts wordt het hogere gemiddelde salaris in de regio’s verklaard door de aanwezigheid van multinationals, leidinggevende functies en grote advocatenkantoren. Er is een direct verband tussen de salarissen en de concurrentiekracht en de groei van het BBP van een regio. Andere experts wijzen erop dat het feit dat grote bedrijven die in het hele land actief zijn, niet één collectieve arbeidsovereenkomst hebben, maar 52 provinciale overeenkomsten, ook bijdraagt aan de territoriale loonongelijkheid.
Regio’s verschillen
Volgens gegevens van het INE is het gemiddelde salaris in de regio’s Madrid en Baskenland met 15% gestegen voor een fulltime baan. In tegenstelling hiermee is de verbetering van het gemiddelde salaris in het hele land slechts 13%, wat betekent dat de kloof groter wordt.
Maar het verschil is nog groter als we kijken naar de regio’s waar het slechtst betaald wordt: het meest opvallende voorbeeld is Extremadura, waar men veel minder verdient dan in de rest van het land (1.632 euro) en waar het gemiddelde salaris sinds 2011 slechts met 5% is gestegen.
In andere regio’s zoals Andalusië, Castilië en León, Castilla-La Mancha, Murcia, Aragón en La Rioja, waar de lonen onder het nationale gemiddelde liggen, is de salarisstijging in het afgelopen decennium tussen de 6% (Aragón) en 11% (Murcia) geweest. Dit betekent dat de kloof nog groter wordt tussen de twee uitersten.