Momenteel spreken ongeveer 400 miljoen mensen wereldwijd Spaans. In tegenstelling tot andere talen, zoals het Baskisch, weten we precies waar het Spaans is ontstaan: in een dorp genaamd Valpuesta in de regio Burgos. Ondanks dat Valpuesta slechts 20 inwoners heeft, worden in deze kleine plaats klooster documenten uit de 9e eeuw bewaard waarin de vroegste woorden in het Spaans te lezen zijn, vermengd met Latijnse woorden.
Dit eerste spoor van deze taal wordt bewaard in het Nationaal Historisch Archief en staat bekend als de ‘Cartularios de Valpuesta’. Hoewel er een tijdlang werd gedacht dat andere documenten die in het klooster van San Millán de la Cogolla werden gevonden mogelijk eerder waren, hebben deskundigen en academici van de Koninklijke Spaanse Academie bevestigd dat Valpuesta de echte geboorteplaats van het Spaans is.
Op toeristisch gebied profiteert het dorp San Millán de la Cogolla in La Rioja echter van dit historische feit, dankzij de Glosas Emilianenses, een 10e-eeuws handschrift met aantekeningen in zowel het Spaans, het Baskisch als het Latijn. Deze worden bewaard in het kloostercomplex van San Millán de la Cogolla, dat bestaat uit twee kloosters: het Suso-klooster en het Yuso-klooster, gelegen op verschillende niveaus van de berg. Het Suso-klooster, het oudste van de twee, bevindt zich op de top, terwijl het Yuso-klooster zich aan de voet van de vallei bevindt en groter en bekender is.
Het laatstgenoemde Yuso-klooster is opmerkelijk vanwege zijn indrukwekkende, in barokstijl gebouwde immense structuur, met een prachtige hoofdgevel en een zeer fotogeniek binnenplein. Binnenin bevindt zich de kerk van het klooster, waar het oudste handschrift van de Spaanse taal, de Glosas Emilianenses, wordt bewaard. Ook zijn er in de kloosterbibliotheek andere kunstwerken en oude manuscripten te bewonderen.
In het Suso-klooster, gelegen op de berg, bevindt zich een kleine rotskerk uit de 6e eeuw, die een van de oudste gebouwen in Spanje is. Binnenin zijn er fresco’s en andere oude kunstwerken te bewonderen.