Is het verval van de extreemrechtse Spaanse partij VOX begonnen?

Is het verval van de extreemrechtse Spaanse partij VOX begonnen?
beeld: Europa Press
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Na de parlementsverkiezingen van 23 juli wordt in de Spaanse pers niet alleen gesproken over de mogelijkheden van de twee grootste partijen PP en PSOE om een regering te vormen, maar ook over de slechte resultaten van het Spaanse extreemrechts. We hebben het over de politieke partij VOX die tien jaar geleden werd opgericht, maar deze week een flinke deuk kreeg na het plotselinge vertrek van Iván Espinosa, één van de vier belangrijke gezichten van VOX in Spanje.

Staat VOX hetzelfde lot te wachten als de tevens ‘nieuwe’ politieke partijen Ciudadanos en Podemos die tot bijna niets zijn gereduceerd? Met het vertrek van VOX’s parlementaire woordvoerder, Iván Espinosa, is er een nieuwe barst ontstaan binnen de partij. Hoewel het te vroeg lijkt om te spreken over een neergang van de partij, zou ze wel te maken kunnen hebben met haar zwaarste interne crisis sinds haar oprichting tien jaar geleden.

Van de vier VOX-leiders die bij de verkiezingen eind 2018 de aandacht trokken, zijn er drie op een zijspoor gezet: Iván Espinosa, Javier Ortega Smith en Rocío Monasterio, terwijl eerder Macarena Olona al vertrok. Santiago Abascal is de enige die nog prominent aanwezig is. Dit komt doordat hij het boegbeeld is van VOX. Hoewel niemand zijn leiderschap betwist, zijn er wel vragen over zijn leiderschapsstijl. Er zijn waarschuwingen dat VOX, als ze niet oppast, hetzelfde lot kan ondergaan als andere partijen die het afgelopen decennium opkwamen en net zo snel weer verdwenen, zoals Podemos en Ciudadanos.

Santiago Abascal en zijn team behaalden bij de 23 juli parlementsverkiezingen niet de gewenste resultaten en verloren in totaal 19 parlementszetels. Dit verlies betekent niet alleen een financiële klap, maar ontneemt hen ook de mogelijkheid om nieuwe afkeuringsmoties of beroepen bij het Constitutioneel Hof in te dienen, wat ze eerder vaak deden om oppositie te voeren tegen Pedro Sánchez’s coalitie. VOX’s vicepresident gaf toe dat er intern kritisch is gekeken naar de situatie, maar wilde niet in detail treden over de omvang van deze evaluatie.

Na de gemeente en regionale verkiezingen in mei dit jaar leek het allemaal zo goed te gaan bij VOX. De extreemrechtse partij wist samen met de Partido Popular (PP) de ‘macht’ te krijgen in diverse gemeenten, maar ook op regionaal vlak zoals in de Valencia regio, Castilië en León, Extremadura en Aragón waar VOX samen met de PP een regionale regering heeft gevormd. Dit feit is bij veel PP-stemmers echter niet goed gevallen en dat was te merken in de verkiezingsuitslag van 23 juli. De PP heeft ook samen met VOX niet genoeg zetels om een regering te vormen, terwijl ook de PSOE niet genoeg zetels heeft, maar het ook wil proberen.