In welke Spaanse stad leef je het beste? Waar kun je het goedkoopst een appartement huren als je kijkt naar provinciehoofdsteden? En in welke stad kun je het goedkoopst boodschappen doen? Het platform Kelisto.es heeft onderzoek gedaan naar 50 provinciehoofdsteden om te zien waar bepaalde producten en diensten het minst of het meest kosten. Hieruit kun je ook concluderen welke steden het goedkoopste of duurste zijn om te leven.
De duurste stad om te leven is San Sebastian in het Baskenland waar het 33% duurder is dan het gemiddelde van Spanje om te leven. Deze Baskische stad wordt gevolgd door Barcelona, Madrid, Palma (Mallorca), Bilbao en Granada. De top tien van duurste steden wordt verder aangevuld met Valencia, Pamplona, Santander en Málaga.
Daartegenover is de goedkoopste stad om te wonen Lugo in Galicië, waar het 17% goedkoper is dan het gemiddelde in heel Spanje. Na Lugo staat Palencia (Castilië en León) op de lijst gevolgd door Zamora (Castilië en León), Cáceres (Extremadura), Ávila (Castilië en León) en Ourense (Galicië). De top tien van goedkoopste steden wordt aangevuld met Huesca (Aragón=, Teruel (Aragón), León (Castilië en León) en A Coruña (Galicië).
Uit de analyse blijkt dat steden met de hoogste levenskosten vaak ook de hoogste salarissen van het land hebben. Zo behoren zes van de 10 steden met de hoogste levenskosten tot de ‘top 10’ van steden met de hoogste inkomens. In San Sebastián bijvoorbeeld, liggen de levenskosten 33% boven het landelijke gemiddelde, terwijl het een van de steden is met het vierde hoogste gemiddelde inkomen. In Lugo, de goedkoopste stad, liggen de uitgaven 17% onder het nationale gemiddelde, maar zijn de inkomens ook 8% lager, waardoor de stad op de 35ste plaats komt. Er zijn echter opvallende uitzonderingen zoals Granada. Ondanks dat het de zesde duurste stad van het land is, staat het op de 45ste plaats qua inkomen, wat betekent dat het een van de steden met de laagste inkomens is.
Kelisto.es heeft deze conclusies kunnen trekken na een uitgebreide analyse met gegevens van alle 50 provinciehoofdsteden en de autonome steden Ceuta en Melilla. Er zijn cijfers beoordeeld van 17 verschillende producten en diensten, onderverdeeld in zes categorieën: huisvesting (aankoop en huur), belastingen (gemeentelijke onroerendgoedbelasting, motorrijtuigenbelasting en afvalbelasting), huishoudelijke uitgaven (verzekeringen voor huis en auto, en rekeningen voor elektriciteit en gas), vervoer (zowel openbaar als privé, met de kosten van buskaartjes, taxi’s en brandstof), dagelijkse boodschappen (waaronder de prijs van een brood en een liter melk) en recreatie (zoals de kosten van een bioscoopticket en een biertje).