Op woensdag 30 augustus (2023) is het weer die tijd van het jaar waar duizenden deelnemers naar uit hebben gekeken: het ‘La Tomatina’ feest in het normaal gesproken rustige dorpje Buñol. Dit Valenciaanse dorp wordt op de internationale kaart gezet omdat er tijdens de festiviteiten meer dan 130.000 kilo aan tomaten de straten, gebouwen en mensen rood zullen kleuren. In 2023 wordt dit feest voor de 76e keer georganiseerd.
Dat La Tomatina niet meer alleen een feest is van de mensen uit het dorp is al langer bekend en de deelnemers, die net als de afgelopen jaren kaarten (15 euro) moeten kopen, komen van heinde en verre waarbij normaal gesproken het aantal Aziaten altijd erg groot is. De vraag is of de Chinezen, Japanners en Koreanen dit jaar ook massaal van de partij zullen zijn.
Buñol, het rustige dorpje in het binnenland van de provincie Valencia, wordt om 12 uur op 30 augustus omgetoverd tot ‘Tomato Village’. Buñol telt slechts 10.000 inwoners, een aantal dat oploopt tot meer dan 60.000 tijdens de feesten. Ondernemers zijn ervan overtuigd dat de stroom van deelnemers ook dit jaar de economie een impuls zal gegeven.
Tomaten
Technisch gesproken moeten de tomaten voordat deze klaar zijn voor het gooien geplet worden, aangezien een harde tomaat op iemands lichaam behoorlijk pijn kan doen. De tomaten zelf komen vaak uit Castilla-La Mancha en het noorden van de provincie Castellón waarbij het om een soort gaat die niet goed is voor de verkoop vanwege het gebrek aan smaak. Er wordt volgens de organisatie dan ook geen eten verspild zoals velen altijd denken.
Geschiedenis
La Tomatina is een feest dat gevierd wordt in het dorpje Buñol in de provincie Valencia. Het is een jaarlijks terugkerend tomatengevecht op de laatste woensdag van augustus. Dit evenement trekt altijd veel toeristen. Samen met de San Fermín-feesten en de bijbehorende stierenrennen in Pamplona behoort het tot de internationaal bekendste feesten van Spanje.
In 1944 zochten enkele jongeren ruzie omdat ze deel wilden nemen aan een typische lokale optocht van gigantes y cabezudos (reuzen en groothoofden). Omdat ze zich in de buurt van een groentekraam bevonden, stalen ze tomaten om die naar de optocht te gooien. De oproerpolitie kwam en liet de jongeren de schade vergoeden. Het jaar daarop herhaalden de jongeren deze truc, met ditmaal van huis meegebrachte tomaten. Ook toen werden ze weer door de ordetroepen opgepakt. Na dit enkele jaren achtereen volgehouden te hebben, werd dit een traditie zonder dat er een officiële status van was vastgelegd.
In 1950 stond de gemeenteraad van Buñol het feest nog toe, maar het jaar daarna niet meer en een aantal deelnemers werd opgepakt. Door veel druk van de buurgemeenten werden deze toch vrijgelaten. Uiteindelijk werd het gehele feest toegestaan en naast het gooien van tomaten werden andere gebruiken gemeengoed. Zo werd men met water overgooit en werden er waterstralen op de tegenstander gericht. In 1957 werd het feest weer verboden en stond er als overtreding een gevangenisstraf. Dat jaar besloten omwonenden om een lijkwade met een grote tomaat door het dorp te dragen, “om hem te begraven”. Deze processie werd bijgestaan door bands die begrafenismuziek speelden.
In 1959 werd Tomatina definitief toegestaan en sinds 1980 deelt de gemeente jaarlijks tomaten uit aan de steeds talrijker wordende bezoekers. In 2013 was het voor het eerst dat deelnemers moesten betalen voor deelname aangezien de kosten steeds hoger worden, er meer buitenlanders naar Buñol komen om deel te nemen aan de festiviteiten en men slechts plaats heeft voor een beperkt aantal deelnemers in de smalle straten. Tijdens de 20e editie in 2002 werd het feest tot ‘Fiesta de Interés Turístico Internacional’ verklaard.