8 december is elk jaar een nationale feestdag in Spanje waarop men normaal gesproken een vrije dag heeft om te genieten van de familie. Deze vrije dag volgt op de 6 december ‘Día de la Constitución’ dag waardoor men vaak twee dagen vrij heeft. Op 8 december viert men de ‘Onbevlekte Ontvangenis van Maria’ ofwel de ‘Inmaculada Concepción’.
8 december staat in het teken van de Inmaculada Concepción ofwel de Onbevlekte Ontvangenis van Maria wat een dogma van de Katholieke Kerk is dat met een hoogfeest gevierd wordt op 8 december, negen maanden voor het feest van de geboorte van Maria op 8 september. Het dogma bevestigt de bijzondere status van Maria door te stellen dat ze verwekt werd en ter wereld kwam zonder met de erfzonde te zijn bevlekt.
In Spanje en vele andere katholieke landen is deze dag een feestdag en dus ook een vrije dag, terwijl dat in andere landen zoals België en Nederland niet zo is. Detail is dat als het Hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria op een zondag in de Advent valt, het wordt verplaatst naar 9 december.
En wat heeft 8 december met het Wonder van Empel (Brabant) te maken? 8 december staat in de geschiedenisboeken ook bekend als het ‘wonder van Empel’ of de ‘Slag bij Empel’, een gebeurtenis in december 1585 tijdens de Tachtigjarige Oorlog waarbij 4.000 Spaanse soldaten ontsnapten aan vernietiging door Staatse troepen in de omgeving van Oud-Empel.
De Spaanse troepen zaten vijf dagen vast in de kou en regen, ingesloten tussen de Staatse troepen met hun schepen op het water. De schutters op de schepen vuurden van 4 tot 7 december voortdurend op de Spaanse stellingen. Om zich tegen de dreigende landing van de Staatsen te beschermen, groeven de tercios zich in rond de kerk van Empel.
Een Spaanse soldaat vond daarbij een onbeschadigd schilderij dat de Onbevlekte Ontvangenis van Maria voorstelde. Men besloot de afbeelding in de kerk te plaatsen, waarna een gebed plaatsvond. De volgende dag, 8 december, was de dag waarop de Onbevlekte Ontvangenis traditioneel al enige eeuwen werd gevierd.
Later die dag begon het hard te vriezen. De schepen, die dreigden in te vriezen, moesten zich terugtrekken naar het open water van de Maas. Twee dagen later begon het te dooien en zo konden de Spaanse troepen weer terug worden gebracht in ‘s-Hertogenbosch.
De verering van Maria nam in militaire kringen daarna een hoge vlucht. Er werd een broederschap opgericht die de naam droeg “Soldaten der Onbevlekt Ontvangen Maagd”. In 1892 werd Maria ten slotte de patrones van de Spaanse infanterie bij koninklijk decreet.