Op 17 januari wordt overal in Spanje de dag van de dieren gevierd met de naamdag van San Antonio Abad, in het Nederlands Antonius van Egypte. Op deze dag worden in Catalonië en de Valencia regio de Tres Tombs feesten gehouden waarbij speciale kerkmissen worden georganiseerd waar baasjes met hun huisdieren of elk ander dier naartoe kunnen gaan om een zegen te krijgen.
In Valencia viert men de avond voor de naamdag met een groot vreugdevuur: La hoguera, het grootste vreugdevuur ter wereld. In diverse dorpen en steden in Andalusië vinden speciale activiteiten plaats en in Madrid is het een gekkenhuis bij de belangrijkste kerk. Op sommige plaatsen worden al activiteiten op de zondag voor 17 januari georganiseerd.
Kerk en dier
Mocht je toevallig langs een kerk lopen op 17 januari en een mensenmassa zien, denk dan niet meteen aan een bruiloft of begrafenis. Het is namelijk op die dag dat de kerk de dieren zegent, omdat dit de naamdag is van San Antonio Abad, de beschermheilige van alle dieren.
Het is geen ongewoon gezicht om honderden mensen met hun katten, honden, fretten, papegaaien, varkens, paarden, ezels, konijnen, schildpadden, slangen etc. bij de kerk te zien waar ze hopen dat de priester hun geliefde dier een zegen geeft. Het is inmiddels een jaarlijks terugkerende traditie wat door veel gelovigen behoorlijk serieus wordt genomen.
Kerkmis
Op veel plaatsen in het land vinden speciale missen plaats die meestal op straat voor de kerk worden gehouden omdat het zo enorm druk is en men de dieren liever niet in de kerk heeft. Dat is bijvoorbeeld het geval in Madrid bij de Iglesia de San Antón in de Calle de Hortaleza. Deze kerk is, zoals de naam al aangeeft, genoemd naar de beschermheilige en dus is dit de plaats bij uitstek voor de dierenliefhebbers en kerkgezinden.
Madrid is echter niet de enige plaats waar je dieren kunt laten zegenen. Dat gebeurt ook op veel plaatsen in Catalonië waar daarnaast rond deze datum de Tres Tombs feesten plaatsvinden. In de regio Valencia viert men dit heugelijke feit met vreugdevuren, hogueras genoemd.
Antonius van Egypte
Antonius van Egypte, Antonius-Abt of Antonius de Grote werd in het jaar 251 in Egypte geboren als kind van rijke ouders. Toen Antonius twintig jaar was, stierven zijn ouders. Hij gaf alle bezittingen aan de armen en trok zich in eenzaamheid in de woestijn terug. Later voegden andere christenen zich bij hem en vormden een van de eerste gemeenschappen van monniken in zijn klooster van Sint-Antonius in de Oostelijke Woestijn van Egypte.
Hij was de eerste monnik die vele volgelingen kreeg en staat daarom bekend als de vader van het kloosterleven. Hij stierf op 105-jarige leeftijd en werd volgens zijn eigen instructies in een geheim graf begraven om te voorkomen dat zijn graf een plaats van verering zou worden. Al snel na zijn dood werd hij heilig verklaard. Athanasius van Alexandrië schreef de bekendste biografie over Antonius.
Antonius is de patroonheilige van de wevers, slagers, suikerbakkers, mandenmakers, begrafenisondernemers, zakkendragers, zwijnenhoeders, varkens en huisdieren en patroon tegen de pest, ziekten, Sint-Antoniusvuur en veeziekten. Ook is hij beschermheilige van Essene en de Noord-Brabantse dorpen Sint-Anthonis en Terheijden. Zijn attribuut is een bel. Deze is soms bevestigd aan zijn staf. De varkens van zijn orde dragen ook een bel.
Zijn bijnaam Antonius met het varken ontstond in de middeleeuwen. De Antonieten, leden van de naar hem vernoemde verpleeg orde, mochten hun varkens vrij laten rondlopen als vergoeding voor de verpleging die zij verstrekten. Op 17 januari werden deze varkens geslacht en het vlees verdeeld onder de armen.