Uit een recente studie in Japan is gebleken dat ouderen die een hond hebben minder kans hebben op het ontwikkelen van een lichamelijke handicap. De onderzoekers beargumenteren dat huisdieren ouderen helpen om regelmatig te bewegen en hechtere sociale relaties te onderhouden, wat ook weer een gevoel vaan eenzaamheid kan voorkomen. Al met al is het hebben van een hond, en vreemd genoeg een kat niet, goed voor ouderen in Spanje.
De Japanse onderzoekers deden een enquête onder 11.233 men in de groep 65- tot 84-jarigen. Vervolgens volgden ze deze groep 3,5 jaar om te zien welk percentage een vorm van handicap ontwikkelde. Dit verband bleef bestaan zelfs na correctie voor andere sociaal-demografische en gezondheidsfactoren, zoals burgerlijke staat, voorgeschiedenis van chronische ziekten en de tijd die men buiten doorbrengt.
Van de deelnemers kreeg 17% te maken met het begin van een handicap, en 5% overleed tijdens de follow-up periode tussen juni 2016 en januari 2020. Het risico op het ontwikkelen van een handicap werd gehalveerd voor degenen die een huisdier hadden en regelmatig bewogen, in vergelijking met degenen die nooit een hond hadden gehad.
De meeste hondeneigenaren nemen hun huisdier regelmatig mee om te wandelen. Hondeneigenaren hebben dan ook vier keer zoveel kans om te voldoen aan de aanbevolen hoeveelheid lichaamsbeweging, aldus de onderzoekers.
Een mogelijke verklaring is dat hondeneigenaren zich sociaal verplicht voelen om de hond uit te laten. De sociale druk en controle zorgt ervoor dat mensen daadwerkelijk gaan bewegen met hun hond.
Een hond biedt niet alleen een reden om te bewegen, maar ook gezelschap tijdens het wandelen. Dit vermindert het gevoel van eenzaamheid en bevordert de motivatie om eropuit te gaan. Veel ouderen ervaren het hebben van een hond als zinvol, omdat ze verantwoordelijk zijn voor het welzijn van het dier. Dit geeft hun leven meer betekenis.
Katten hebben geen effect
De onderzoekers keken ook naar het effect van katten, maar merkten geen verband op. Katten stimuleren hun baasjes minder om te bewegen dan honden. Ook op de sterftecijfers hadden honden en katten geen noemenswaardig effect.
Katten bewegen minder en hebben meer slaap nodig dan honden. Ze hoeven niet uitgelaten te worden voor hun behoefte. Hierdoor stimuleren ze hun eigenaren minder tot lichaamsbeweging. Katten zijn over het algemeen onafhankelijker dan honden. Ze hebben minder intensieve aandacht en verzorging nodig. Dit vermindert de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de eigenaren.
Honden moeten meerdere keren per dag naar buiten voor een wandeling. Katten kunnen vrij in en uit het huis en brengen meer tijd binnenshuis door. Dit bevordert minder buitenactiviteit van de eigenaren.