Spanje is een landbouwland. Met meer dan 23 miljoen hectare landbouwgrond, bijna de helft van het grondgebied, draagt de Spaanse productie van fruit, groenten en groen een belangrijk deel bij aan het nationaal inkomen. De Spaanse landbouwsector is de op één na grootste van de Europese Unie. Die leidende positie is te danken aan de irrigatie, die goed is voor 23% van het bebouwde areaal en 65% van de totale oogst. Tegelijkertijd zet het de duurzaamheid van de Spaanse landbouw onder druk en maakt het de sector kwetsbaar voor droogte.
De droogte heeft in 2022 al 14% van de Spaanse oogst vernietigd, drie keer zoveel als het Europese gemiddelde. De effecten van 2023 moeten nog blijken. De gevolgen van klimaatverandering, samen met de stijgende kosten voor energie, brandstof en meststoffen, de concurrentie met landen buiten de EU en de ingewikkelde bureaucratie rond Europese landbouwsubsidies, hebben in heel Europa tot boerenprotesten geleid.
Het watertekort is de keerzijde van de crisis in de Spaanse landbouw. Irrigatie is in 50 jaar tijd verdrievoudigd. Illegale putten en andere vormen van grondwatervervuiling bedreigen de watervoorziening. Hervorming van het model van extensieve landbouw is dringend nodig. De kosten voor energie, brandstof en meststoffen rijzen de pan uit. De Europese subsidies, die een derde van het EU-budget opslokken, zijn bureaucratisch en onvoldoende concurrerend vergeleken met landen buiten de EU.
Ondanks de gezamenlijke uitdagingen, vertoont de Spaanse landbouw grote regionale verschillen. Akkerbouw is met meer dan de helft van het areaal veruit het belangrijkst, vooral in Castilië en León en Aragón. Olijven beslaan 12% van het landbouwareaal, vooral in Andalusië. Het Levante-gebied zoals de Valencia regio kleurt oranje door de citrusplantages. In Castilla-La Mancha is een overvloed aan wijngaarden en graanvelden. Galicië kent een lappendeken van teelten, waaronder ook wijngaarden.
Ondanks de verscheidenheid kampt de Spaanse landbouwsector met gemeenschappelijke problemen. Het aantal landbouwbedrijven daalde tussen 2009 en 2020 met 8%, volgens het Ministerie van Landbouw. Grote bedrijven met meer dan 100 hectare groeiden met 9% en profiteren onevenredig van EU-subsidies. De productie concentreert zich dus in minder handen. Kleine boeren hebben moeite rendabel te blijven.
OPMERKING: De kleuren op de kaart illustreren de verschillende landbouwtypes in het gebied: oranje voor droge landbouw, blauw voor irrigatielandbouw, donkergroen voor olijfgaarden, lichtgroen voor fruitbomen, rood voor wijngaarden, lila voor rijstvelden en geel voor een mengsel van verschillende gewassen.