Je hoort het wel eens vaker van ouderen dat alles vroeger beter was. Een meerderheid van de Spanjaarden is er echter van overtuigd dat de kwaliteit van het onderwijs effectief achteruit is gegaan. Ze ijveren zelfs voor meer belastingen om het niveau weer op te krikken. Maar hebben ze het echt bij het rechte eind?
Iets meer dan de helft van de Spanjaarden, 52% om precies te zijn, denkt dat het onderwijs nu slechter is dan het tijdens hun jeugd was. Wanneer men hen vraagt of leerlingen nu beter voorbereid van de schoolbanken komen, is het antwoord zelfs nog pessimistischer. 55% voorspelt dan dat ze er nu slechter voor staan. De cijfers zijn afkomstig uit 7.016 interviews over de algemene staat van de Spaanse maatschappij, afgenomen door de Cotec Foundation.
Het gevoel van de Spanjaarden komt echter niet overeen met de cijfers. De afgelopen decennia was het aantal vroege schoolverlaters en leerlingen met moeilijkheden een stuk hoger dan vandaag. Ook het gemiddelde onderwijsniveau lag toen een stuk lager.
Ainara Zubillaga, president van de Cotec Foundation, was niet verbaasd over de resultaten. “Ik denk niet dat we een slecht educatief systeem hebben, en al zeker niet dat gelijk welk verleden veel beter was.” Volgens Zubillaga ligt de mislukking hem in het feit dat die verbetering niet door de bevolking gezien wordt. Ook wijst ze naar de hevige politieke polarisatie van het publieke debat in Spanje. “Het onderwijs wordt hier vaak als politiek wapen gebruikt”.
De cijfers spreken wel degelijk de publieke opinie tegen. In 1977 had 90% van de bevolking slechts een middelbaar diploma. Nu strandt slechts 35% van de bevolking op dat niveau. In 1990 was bijna de helft van de leerlingen vroegtijdig schoolverlaters, vorig jaar lag dat cijfer slechts op 13,6%.
Dat er verbetering mogelijk is binnen het Spaanse educatief systeem staat is duidelijk. De wil bij de bevolking om verbetering te steunen is groot, jammer genoeg is alleen hun huidige analyse iets pessimistischer dan de werkelijkheid op het terrein.