De jacht is een heilige institutie in Spanje. 90% van al het geschoten wild wordt nochtans uit het land geëxporteerd. Een deel van dat vlees blijkt echter vervuild door de zware metalen van de munitie waarmee de dieren worden neergeschoten. Italië en Spanje keurden net nog een groot deel everzwijnenvlees af omwille van die reden.
De afgelopen maanden weigerden de Italiaanse en Portugese autoriteiten grote loten everzwijnenvlees uit Spanje. Ze vonden namelijk te hoge waarden van lood in het vlees. Dat zware metaal zit in de munitie waarmee de dieren worden gedood, en de waarden overschreden tot wel 100 keer de maximale toegestane waarde. De Spaanse dienst voor voedselveiligheid heeft een onderzoek geopend.
Lood is een zwaar metaal dat zich opstapelt in onze weefsels en de neurale ontwikkeling van kinderen hindert. Bij volwassenen veroorzaakt het onder meer hart- en vaatziekten en problemen in de nieren. Het effect is cumulatief. Men zou dus denken dat een kleine blootstelling geen kwaad kan, maar lood komt echter ook al binnen via andere wegen.
Munitie die lood bevat, versplintert vaak na de impact en verspreidt zich zo in de weefsels van het geschoten wild. Zelfs wanneer men de zichtbare stukken verwijdert, verspreiden de microscopische deeltjes zich die later door de mens worden geconsumeerd.
Na de vondst in Italië en Portugal verdedigt de Asociación Interprofesional de la Carne de Caza (Interprofessionele vereniging voor vlees afkomstig van de jacht) haar zaak. “In de verwerkingszalen gebruiken we metaaldetectoren en wordt al het vlees gecontroleerd mits strenge criteria”. Volgens de vereniging kan de vervuiling met lood ook afkomstig zijn uit de omgeving van de dieren, wanneer zich daar bijvoorbeeld oude mijnen bevinden.
Spanje is geen grote consument van wild, ook al wordt er wel heel veel gejaagd. 90% van het wild is voor de export bestemd. In 2017-18 werden ongeveer 650.000 dieren gedood, goed voor een marktwaarde van meer dan 57 miljoen euro. Het ging onder meer om 355.000 everzwijnen en 182.000 herten.