Gezien de enorme rijkdom van de Spaanse taal en de toenemende interesse om er meer over te weten te komen, te genieten van de details en de talrijke, maar verrijkende regels en voorschriften te respecteren, heeft de Koninklijke Spaanse Academie (RAE) uitgelegd waarom de tekens ‘ch’ en ‘ll’ uit het Spaanse alfabet zijn gehaald.
Het Spaanse alfabet bestaat uit 27 letters: a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, ñ, o, p, q, r, s, t, u, v, w, x, y, z. De tekens ‘ch’ en ‘ll’ maken geen deel uit van deze lijst om een simpele reden: het zijn combinaties van twee letters of grafemen die één foneem vertegenwoordigen. Deze soort orthografische tekens worden digrafen genoemd.
De Koninklijke Spaanse Academie RAE heeft besloten ze niet meer op te nemen in het alfabet om zo het Spaans gelijk te schakelen met de andere talen die een alfabetisch schrift gebruiken. In die talen worden enkel de enkelvoudige tekens als letters beschouwd, maar de combinaties van grafemen die sommige fonemen vertegenwoordigen, worden wel erkend.
Verdwijnen ze uit het Spaans? Nee, logischerwijs verdwijnen de dubbele tekens niet uit het Spaanse schrijfsysteem, omdat ze de fonemen ‘ch’ en ‘ll’ vertegenwoordigen. Het enige wat je moet onthouden, is dat ze gewoon niet meer als deel van het alfabet worden beschouwd.
Maar hoe worden woorden die met deze combinaties beginnen of ze bevatten, dan gealfabetiseerd? Aangezien het combinaties van letters zijn, zullen ze op hun respectievelijke plaatsen bij de ‘c’ en de ‘l’ worden ingedeeld.
Voorbeeld voor ‘ch’: Woorden die beginnen met ‘ch’, zoals ‘chico’ en ‘chocolate’, worden alfabetisch gerangschikt na woorden die beginnen met ‘c’ gevolgd door een andere letter, zoals ‘cara’ en ‘coro’, maar vóór woorden die beginnen met ‘d’, zoals ‘dama’ en ‘dedo’.
Voorbeeld voor ‘ll’: Woorden die beginnen met ‘ll’, zoals ‘llamar’ en ‘llover’, worden alfabetisch gerangschikt na woorden die beginnen met ‘l’ gevolgd door een andere letter, zoals ‘lado’ en ‘loco’, maar vóór woorden die beginnen met ‘m’, zoals ‘mano’ en ‘mesa’.
Gebruik in de praktijk
Het niet langer beschouwen van ‘ch’ en ‘ll’ als letters van het alfabet verandert niets aan de manier waarop we ze in de praktijk gebruiken. We blijven ze schrijven zoals we dat altijd al deden.
Bij het schrijven maken we nog steeds gebruik van deze dubbele tekens om bepaalde klanken weer te geven, zoals in woorden als ‘coche’, ‘cheque’, ‘lleno’ en ‘rallar’. En bij het lezen blijven we deze combinaties als één klank interpreteren, in plaats van als twee afzonderlijke klanken.
In woordenboeken en alfabetische lijsten zullen woorden met ‘ch’ en ‘ll’ op hun gebruikelijke plaats blijven staan, namelijk onder de ‘c’ en de ‘l’, respectievelijk.