De teleurstellende realiteit na de pandemie van het thuiswerken in Spanje

De teleurstellende realiteit na de pandemie van het thuiswerken in Spanje
beeld: via canva.com
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

De pandemie leek een verandering in de manier van werken in Spanje te veroorzaken. Veel kantoormedewerkers moesten thuis werken en dit werd de norm. Bedrijven dachten dat flexibel werken de toekomst zou zijn met minder behoefte aan kantoorruimte. Echter, in werkelijkheid zijn de meeste werknemers in Spanje teruggekeerd naar kantoor en blijft thuiswerken zeldzaam.

Volgens de recentste gegevens van het Europese Statistiekbureau Eurostat heeft bijna 89% van de Spaanse werknemers in 2023 geen enkele dag thuisgewerkt. Slechts 6% werkte regelmatig thuis, en 5% deed dat af en toe. Deze cijfers tonen aan dat Spanje een van de Europese landen is die het verst achterlopen met de implementatie van thuiswerken.

Tijdens de pandemie moesten bazen en werknemers thuis werken om hun taken te kunnen blijven uitvoeren. Bedrijven hebben toen het thuiswerken ingevoerd, wat leek als de perfecte oplossing. Het idee was dat dit zou leiden tot lege stadscentra, werknemers zou bevrijden van lange pendelritten en de ontwikkeling van nieuwe technologieën op de werkvloer zou stimuleren. Echter, in de praktijk is hier weinig van terechtgekomen.

Het thuiswerken (Spaans: teletrabajar) heeft zeker voordelen gehad, zoals meer flexibiliteit en een betere balans tussen werk en privéleven voor sommigen. Toch zijn er ook nadelen naar voren gekomen. Veel werknemers missen het persoonlijke contact met collega’s en de informele gesprekken die normaal gesproken op kantoor plaatsvinden. Daarnaast kan het lastig zijn om werk en privé gescheiden te houden wanneer je constant thuis aan het werk bent.

Verder blijkt dat de leegloop van stadscentra niet zo groot is als verwacht. Veel bedrijven willen toch weer terug naar een hybride vorm van werken, waarbij werknemers deels thuis en deels op kantoor werken. Dit omdat samenwerking en creativiteit vaak beter gedijen in een fysieke werkomgeving. Kortom, het idee van volledig thuiswerken als heilige graal is niet helemaal waargemaakt.

Spanje heeft in totaal slechts 11% van de werknemers die volledig of gedeeltelijk thuiswerken, een belachelijk laag cijfer in vergelijking met het gemiddelde van 21,6% in de eurozone. Nederland, koploper op dit gebied, heeft bijna 48% van de werknemers die op de een of andere manier thuis werken, tijdelijk of permanent.

Er zijn aanzienlijke regionale verschillen in de mate van thuiswerken in Spanje. In gebieden als Madrid, Barcelona en het Baskenland, waar veel dienstenbedrijven gevestigd zijn, ligt het percentage thuiswerkers hoger dan het landelijk gemiddelde. Maar in meer industriële regio’s met veel bouwbedrijven en fabrieken is thuiswerken nauwelijks van toepassing.

Volgens het jaarlijkse rapport over thuiswerken van WorkMeter zijn Spaanse werknemers 5% meer geconcentreerd wanneer ze thuiswerken (71% in vergelijking met 66% op kantoor). De redenen? Meer comfort, flexibelere uren en een groter gevoel van autonomie. Op kantoor zijn er vaker onverwachte vergaderingen, en gesprekken met collega’s kunnen eindeloos duren. Daarbij komt nog de vaak lange en vermoeiende reis naar het werk.