Niets is voor de wetenschap te gek. Om een beeld te krijgen van de atmosfeer honderdduizenden jaren geleden, verzamelt een groep Spaanse wetenschappers ijs van over de hele wereld. In een laboratorium bestuderen ze de lucht die daarin gevangen zit bij temperaturen tot 30 graden onder het vriespunt.
Nicolás González had nooit verwacht dat hij ooit halverwege februari op een berg zou wandelen bij min 25 graden. Een kleine troost? Hij was er niet alleen. Nicolás ging op pad in gezelschap van een groep dragers, wetenschappelijk materiaal en onder meer de Baskische alpinist Alex Txikon.
De groep bevond zich op de K2 van het Karakórum gebergte in Pakistán, vlak bij de Chinese grens. Doel van de missie? Een aantal stalen sneeuw en ijs van de 60 kilometer lange Baltoro gletsjer mee terug naar Spanje nemen.
De groep Spaanse onderzoekers is op zoek naar stalen van zo veel mogelijk permanente ijsplekken op aarde. Zo analyseerde González eerder ook ijs van de Monte Perdido gletsjer in de Pyreneeën, wiens verdwijnen ondertussen onherroepelijk is.
Nicolás werkt vanuit een uniek laboratorium in Leioa (Baskenland). Zes onderzoekers bekijken daar de stalen in een omgeving van -20 tot -30 graden. Ze dragen daarvoor een beschermend pak en moeten elk uur rusten. Voor het binnengaan acclimatiseren ze ook even in een koude ruimte.
In totaal herbergt men er al 600 kilogram ijs. Om die te verzamelen werden miljoenen geïnvesteerd in verschillende expedities. Wanneer het ijs zich vormt, vangt dat ook kleine luchtbelletjes. Die bubbels blijven geïsoleerd en bevatten zo onschatbare informatie over de atmosfeer ten tijde van de ijsvorming.
In een ijsstaal van Antarctica kon men zo de atmosfeer van 800.000 jaar geleden bekijken. Wetenschappers zijn een beetje in een race verwikkeld om te zien wie ijs van 1 miljoen jaar geleden te pakken krijgt. Ze verzamelen op die manier heel wat informatie over onze klimaatverandering, een thema dat elk jaar weer een beetje dringender wordt.