Meer dan twee miljoen Spaanse automobilisten hebben onder invloed van cocaïne gereden

Meer dan twee miljoen Spaanse automobilisten hebben onder invloed van cocaïne gereden
beeld: @guardiacivil / X

Uit recent onderzoek blijkt dat cocaïnegebruik onder Spaanse automobilisten een bijzonder zorgwekkende trend is. Deze studie, uitgevoerd door de Fundación Línea Directa werpt licht op de omvang van dit probleem en de gevolgen ervan voor de verkeersveiligheid in Spanje met 2,2 miljoen automobilisten die wel eens onder invloed van cocaïne hebben gereden.

Het onderzoek toont aan dat het aantal verkeersdoden dat positief testte op cocaïne in het afgelopen decennium met 54% is gestegen. Bij drugscontroles uitgevoerd door de Guardia Civil in 2023 testte 52% van de bestuurders positief op drugs. Specifiek voor cocaïne lag dit percentage op 19%. Deze cijfers tonen aan dat drugsgebruik onder automobilisten een wijdverbreid probleem is.

Het onderzoek schetst een duidelijk profiel van de typische bestuurder die betrokken raakt bij een ongeval na cocaïnegebruik: meestal een man tussen de 35 en 54 jaar, rijdend in een personenauto. Dit inzicht kan helpen bij het gerichter aanpakken van het probleem.

Een schokkende ontdekking is dat 4,3 miljoen automobilisten, oftewel 16% van het totaal, toegeven dat ze als passagier hebben meegereden met een bestuurder die cocaïne had gebruikt. Dit wijst op een breder maatschappelijk probleem waarbij het gevaar van rijden onder invloed wordt onderschat.

Uit de analyse van regionale gegevens blijkt dat Galicië de hoogste percentages kent van bestuurders die positief testen op cocaïne. Maar liefst 25% van de geteste bestuurders in deze regio bleek cocaïne te hebben gebruikt. Na Galicië volgen de Balearen met 22% en Andalusië met 21% positieve tests. Deze cijfers suggereren dat in deze regio’s extra aandacht nodig is voor preventie en handhaving.

Volgens artikel 379 van het Spaanse Wetboek van Strafrecht kan een bestuurder die onder invloed van drugs, zoals cocaïne, rijdt, worden bestraft met gevangenisstraf van drie tot zes maanden, een boete van zes tot twaalf maanden, of een taakstraf van 31 tot 90 dagen. Daarnaast wordt in alle gevallen het rijbewijs voor een periode van één tot vier jaar ingetrokken. 

Naast de strafrechtelijke gevolgen legt de DGT ook administratieve sancties op, met een minimumboete van 1000 euro en de aftrek van zes punten van het rijbewijs.