Volgens gegevens van de app Voronoi ligt Spanje onder het Europese gemiddelde wat betreft uurlonen. Dit toont een aanzienlijke kloof in vergelijking met andere Europese landen. De kaart biedt waardevolle inzichten in de gemiddelde uurlonen en werpt licht op de economische ongelijkheden binnen Europa.
Spanje staat op de vijftiende plaats op de Europese salariskaart met een geschat gemiddeld uurloon van 18,20 euro. Dit is aanzienlijk lager dan het EU-gemiddelde van 24 euro per uur. Het gemiddelde uurloon in Spanje is de helft van de 36,30 euro in België en 33 euro in Nederland. De kaart werd samengesteld aan de hand van de 2023 gegevens van het Europese Statistiekbureau Eurostat.
De reden voor de relatief lage positie van Spanje kan worden verklaard door verschillende factoren. Allereerst heeft het land nog steeds te maken met de nasleep van de economische crisis van 2008, waarbij het herstel trager verloopt dan in sommige andere EU-landen. Daarnaast wordt de Spaanse economie geconfronteerd met verschillende uitdagingen, zoals een hoge jeugdwerkloosheid en een aanzienlijke informele sector, die beide druk uitoefenen op de gemiddelde lonen.
Binnen Spanje zijn er aanzienlijke regionale verschillen in salarissen. Stedelijke gebieden zoals Madrid en Barcelona hebben doorgaans hogere lonen, terwijl plattelandsgebieden en kuststreken met seizoensgebonden werk vaak lagere salarissen kennen.
Aan de top van de Europese salarisladder vinden we Luxemburg, met een indrukwekkend gemiddeld uurloon van 47 euro. Dit kleine land staat bekend om zijn hoge levensstandaard en is de thuisbasis van vele internationale financiële instellingen, wat bijdraagt aan de hoge lonen. Naast Luxemburg scoren ook andere Noord-Europese landen hoog op de salariskaart. Noorwegen, Denemarken en IJsland bevinden zich eveneens in de bovenste regionen qua gemiddelde inkomens.
Onderaan de lijst vinden we landen als Bulgarije, met een gemiddeld uurloon van slechts 8 euro. Dit wordt gevolgd door Roemenië (10,4 euro/uur) en Letland (10,7 euro/uur). Deze cijfers weerspiegelen de aanhoudende economische uitdagingen waarmee veel Oost-Europese landen worden geconfronteerd.
