De middeleeuwen in Spanje, een tijdperk dat ongeveer duizend jaar na de val van het Romeinse Rijk in 476 tot het begin van de renaissance in de 15e eeuw, was een periode van grote sociale, culturele en klimatologische uitdagingen. Een van de grootste problemen waarmee de bevolking in grote delen van het hedendaagse Spanje te maken had, was de hitte. In veel regio’s, vooral in het zuiden, konden de zomertemperaturen gemakkelijk oplopen tot boven de 40 graden. Hoe ging men in deze tijd om met dergelijke temperaturen zonder moderne airconditioning of andere technologieën?
Een van de meest opvallende manieren waarop de Spanjaarden de hitte bestreden, was door middel van architectonische innovatie en slimme stedelijke planning. De gebouwen uit deze periode zijn vaak ontworpen met dikke muren, gemaakt van materialen zoals steen of adobe (een mengsel van klei, stro en water), die helpen om de hitte buiten te houden en de binnenkant koel te houden. Deze dikke muren deden dienst als een thermische massa die warmte overdag absorbeerde en ‘s nachts langzaam vrijgaf, waardoor het binnenshuis aangenamer was.
Daarnaast werden huizen vaak gebouwd rond een centrale binnenplaats, of “patio”, die een cruciaal element vormde in de koeling van het huis. Deze patio’s waren vaak voorzien van een fontein of waterbekken, waardoor verdamping het binnenklimaat verder afkoelde. De lucht in de patio werd door natuurlijke convectie gekoeld, wat de warmte in de aangrenzende kamers hielp verminderen.
In steden zoals Sevilla en Córdoba, waar de zomerse hitte bijzonder intens was, waren de straten smal en kronkelig, waardoor schaduwrijke doorgangen ontstonden die de directe blootstelling aan de zon verminderden. Deze straten werden vaak bedekt met stoffen luifels om extra bescherming te bieden tegen de zon, wat een verkoelend effect had op de omgeving.
Kleding
De manier waarop mensen zich kleedden was ook aangepast aan het klimaat. Kleding in middeleeuws Spanje was meestal gemaakt van lichte, ademende materialen zoals linnen en katoen. Deze stoffen zijn van nature koel en laten lucht gemakkelijk circuleren, wat helpt om het lichaam koel te houden.
Mannen droegen vaak wijde broeken en tunieken die losjes om het lichaam vielen, terwijl vrouwen lange jurken droegen, meestal met wijde mouwen. Deze kledingstukken waren zo ontworpen dat ze niet strak om het lichaam zaten, waardoor lucht kon circuleren en zweet kon verdampen, wat een natuurlijke vorm van koeling bood.
Daarnaast werd er in sommige regio’s gebruik gemaakt van lichte, vaak witte, doeken om het hoofd te bedekken en te beschermen tegen de zon. De kleur wit weerkaatst zonlicht en helpt zo om de warmtebelasting op het lichaam te verminderen.
Voeding
Voeding speelde een belangrijke rol in de manier waarop men de hitte trotseerde. Tijdens de warme maanden consumeerden mensen vaak lichte maaltijden die niet veel warmte in het lichaam genereerden. Verse groenten, fruit, brood en vis waren populaire keuzes. Deze voedingsmiddelen waren niet alleen licht verteerbaar, maar bevatten ook veel water, wat hielp bij de hydratatie.
Het drinken van grote hoeveelheden water was vanzelfsprekend essentieel om uitdroging te voorkomen. Water werd vaak uit kruiken van ongeglazuurd aardewerk gedronken, dat door het poreuze materiaal koel bleef. In sommige gebieden werd water ook gemengd met kruiden of fruit om een verfrissende drank te maken die de dorst lestte.
Een ander populair middel tegen de hitte was (waarschijnlijk) het consumeren van gazpacho, een koude soep gemaakt van tomaten, komkommers, paprika’s, uien, knoflook en oud brood, vermengd met water, olijfolie en azijn. Deze soep was voedzaam, verfrissend en hydrateerde het lichaam tijdens de warmste dagen van het jaar. (het is echter niet helemaal duidelijk wanneer de gazpacho voor het eerst werd bereid)
Dagelijkse leven
Het dagelijkse leven in middeleeuws Spanje was aangepast aan de klimatologische omstandigheden. Veel van het zware werk, zoals landbouw en constructie, werd gepland voor de koelere uren van de dag, namelijk vroeg in de ochtend en laat in de middag. Tijdens het heetste deel van de dag, rond de middag, hielden mensen vaak een siesta, een rustperiode die het mogelijk maakte om de intense hitte te vermijden.
Deze gewoonte is tot op de dag van vandaag in veel delen van Spanje gebruikelijk. De siesta bood mensen niet alleen een kans om te ontsnappen aan de verzengende zon, maar ook om energie te besparen, wat essentieel was in een tijdperk waarin fysieke arbeid het belangrijkste middel van bestaan was.
Arabische invloeden
De Arabische invloed op Spanje tijdens de Moorse heerschappij bracht geavanceerde waterbeheersystemen met zich mee, die cruciaal waren in de strijd tegen de hitte. De “acequias”, een systeem van kanalen en irrigatiekanalen, werden gebruikt om water vanuit rivieren en bergstromen naar landbouwgronden en stedelijke centra te leiden. Dit systeem was bijzonder effectief in het bieden van verkoeling in zowel agrarische als stedelijke omgevingen.
In steden werden openbare baden, bekend als “hammams”, geïntroduceerd. Deze baden waren niet alleen plaatsen van hygiëne en sociale interactie, maar boden ook een ontsnapping aan de hitte. Het gebruik van koud water in deze baden, gecombineerd met de aanwezigheid van dikke muren en schaduwrijke binnenplaatsen, maakte ze tot een populair toevluchtsoord tijdens de hete zomerdagen.
Religie
De strijd tegen de hitte was niet alleen een fysieke uitdaging, maar had ook invloed op de culturele en religieuze praktijken van het middeleeuwse Spanje. Het geloof speelde een belangrijke rol in hoe mensen omgingen met klimatologische ontberingen. Tijdens perioden van intense hitte werden gebeden en religieuze rituelen uitgevoerd om regen en verkoeling af te smeken.
De hitte had ook invloed op het ontwerp van religieuze gebouwen. Kerken en moskeeën in warmere regio’s werden vaak gebouwd met dikke muren en hoge plafonds om de warmte buiten te houden. Bovendien waren deze gebouwen vaak voorzien van binnenplaatsen en fonteinen, die een verkoelend effect hadden op de omgeving.