De Europese Unie heeft onlangs invoerheffingen tot 35,3% ingevoerd op elektrische voertuigen (EV’s) uit China, wat de prijzen van deze auto’s aanzienlijk verhoogt. Om deze kosten te vermijden, zetten Chinese fabrikanten nieuwe strategieën in, waaronder het gedeeltelijk assembleren van auto’s in Europa. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de voormalige Nissan-fabriek in Barcelona, waar merken als Omoda, Jaecoo en het nieuw leven ingeblazen Ebro hun voertuigen gaan samenstellen.
Het plan is om Chinese auto-onderdelen in Europa in elkaar te zetten, waarbij ook lokale componenten worden toegevoegd. Hierdoor voldoen deze voertuigen aan de Europese normen om als lokaal geproduceerd te worden beschouwd, waardoor ze vrijgesteld zijn van de hoge invoerheffingen. EV Motors, in samenwerking met de Chinese autobouwer Chery, is een van de bedrijven die deze aanpak hanteert.
Volgens Rafael Ruiz, directeur van EV Motors, worden er al stappen ondernomen om een groot deel van de onderdelen lokaal te produceren. Hierdoor kunnen modellen zoals de Omoda 5 EV een Europees label krijgen. Deze strategie heeft niet alleen financiële voordelen, maar verbetert ook de productiviteit en verlaagt de transportkosten.
De focus op Europese productie komt niet zonder uitdagingen. China heeft recentelijk zijn investeringen in Europa beperkt, wat sommige projecten heeft vertraagd. Toch blijft de vraag naar betaalbare elektrische auto’s groeien, en het vermijden van de invoerheffingen biedt een oplossing om deze markt toegankelijk te houden.
Het gebruik van Europese onderdelen is cruciaal om te voldoen aan de strenge EU-regels voor lokaal geproduceerde auto’s. Hiermee hopen bedrijven de stijgende prijzen van elektrische voertuigen te beperken en tegelijkertijd te profiteren van de Europese markt.