Spanje besteedt 20 procent minder aan gezondheidszorg per inwoner dan het Europese gemiddelde

Spanje besteedt 20 procent minder aan gezondheidszorg per inwoner dan het Europese gemiddelde
beeld: via canva.com

Volgens het recente rapport “Gezondheidsbeeld: Europa 2024” van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) investeert Spanje jaarlijks 2822 euro per inwoner in de gezondheidszorg. Dit bedrag ligt 20% onder het gemiddelde van de Europese Unie, dat 3533 euro per inwoner bedraagt, en is bijna de helft van de uitgaven van Duitsland, waar 5317 euro per inwoner wordt besteed en ook minder dan de 4948 euro in Denemarken, 4495 euro in Nederland en 4236 euro in België.

Ondanks deze lagere investeringen heeft Spanje de hoogste levensverwachting binnen de EU, met een gemiddelde van 84 jaar. Echter, na de leeftijd van 65 jaar neemt de kwaliteit van leven aanzienlijk af door een toename van chronische ziekten en handicaps. Zes op de tien Spanjaarden ervaren gezondheidsproblemen na hun 65e. De OESO voorspelt dat tegen 2050 minstens een derde van de Spaanse bevolking ouder dan 65 jaar zal zijn, waarmee Spanje tot de meest vergrijsde landen van Europa behoort, na Italië, Portugal en Griekenland.

Het rapport wijst ook op specifieke tekortkomingen in de Spaanse gezondheidszorg. Zo dekt het systeem slechts 2% van de tandheelkundige zorgkosten, terwijl het EU-gemiddelde op 35% ligt. Dit betekent dat Spanjaarden voor het overgrote deel van hun tandheelkundige zorg zelf moeten betalen. Daarnaast worden hulpmiddelen zoals brillen, contactlenzen, gehoorapparaten en rolstoelen slechts voor 3% vergoed door de staat, vergeleken met een Europees gemiddelde van 37%. In landen als IJsland, Frankrijk en Malta ligt deze dekking zelfs rond de 69% tot 82%.

Wat betreft de verdeling van de gezondheidsuitgaven, besteedt Spanje 45% aan ziekenhuiszorg, wat hoger is dan het EU-gemiddelde van 37%. Uitgaven aan medicijnen en medische hulpmiddelen bedragen 20%, iets boven het Europese gemiddelde van 17%. De uitgaven voor eerstelijnszorg zijn vergelijkbaar met het EU-gemiddelde, namelijk 24% versus 25%. Echter, investeringen in langdurige zorg (5%), preventie (3%) en administratieve diensten (3%) blijven achter bij de Europese gemiddelden.

Op het gebied van personeel heeft Spanje 6,2 verpleegkundigen per 1000 inwoners, wat onder het EU-gemiddelde van 8,4 ligt. Daarentegen heeft Spanje met 4,3 artsen per 1000 inwoners een iets hoger aantal dan het EU-gemiddelde van 4,2. Een zorgwekkend punt is dat meer dan een derde van de artsen en verpleegkundigen ouder is dan 55 jaar. De OESO waarschuwt dat het huidige aantal afgestudeerden niet voldoende is om aan de toekomstige behoeften van het gezondheidszorgsysteem te voldoen.

Het rapport benadrukt ook een verslechtering van de fysieke en mentale gezondheid van adolescenten. Het percentage 15-jarigen in Europa dat gezondheidsproblemen rapporteert, steeg van 42% in 2017-2018 naar 52% in 2021-2022. Deze toename wordt toegeschreven aan de impact van pandemiegerelateerde beperkingen en een toename van problematisch internet- en social media-gebruik.

Samenvattend toont het OESO-rapport aan dat hoewel Spanje een hoge levensverwachting heeft, er aanzienlijke uitdagingen zijn op het gebied van gezondheidszorginvesteringen en -dekking. Zonder adequate maatregelen kunnen deze tekortkomingen de kwaliteit van de gezondheidszorg en het welzijn van de bevolking in de toekomst negatief beïnvloeden.