MADRID – De Spaanse socialistische regering heeft een decreet goedgekeurd wat ervoor moet zorgen dat de resten van de oud dictator Francisco Franco worden verplaatst. Op dit moment bevinden deze zich na zijn dood in 1975 in de Valle de los Caidos wat een monument moet worden voor alle burgeroorlog slachtoffers en daar is geen plaats voor Franco.
Na de dood van Francisco Franco op 20 november 1975 werd de oud dictator bijgezet in de Vallei van de Gevallenen ofwel de Valle de los Caidos. Sindsdien heeft dat voor problemen gezorgd en heeft men meerdere pogingen gedaan om het lichaam van Franco op die plaats weg te halen. Nu lijkt het erop dat dit eindelijk zal gaan gebeuren nu de Spaanse regering van Pedro Sánchez (PSOE) een decreet heeft aangenomen om het lichaam van Franco op te graven en te verplaatsen.
Volgens voorstanders van de verplaatsing is dat niet meer dan logisch want geen enkel land heeft een monument en mausoleum voor een oud dictator die vele duizenden doden op zijn geweten heeft. Tegenstanders van de verplaatsing, waaronder de overgebleven familieleden van Franco, zijn uiteraard tegen de verplaatsing. Zij vinden dat de PSOE en Pedro Sánchez de opgraving en verplaatsing van Franco politiek gebruikt.
Familie
Wanneer Franco weggehaald zal worden zal het lichaam hoogstwaarschijnlijk verhuisd worden naar een nu nog onbekende plaats. In eerste instantie werd er gesproken over El Pardo (Madrid) waar de oud dictator naast zijn vrouw Carmen Polo zou komen te liggen. Familie van Franco sluit dat echter uit want die rustplaats is niet veilig genoeg. De familie heeft al aangegeven dat ze zich zal ontfermen over het lichaam van Franco maar niet voordat ze alle mogelijke beschikbare rechtsmiddelen heeft gebruikt om opgraving te voorkomen.
De Valle de los Caídos moet na het verwijderen van de resten van Franco een monument ter herinnering aan de gevallenen van beide kanten tijdens de Burgeroorlog (guerra civil) en de Franco jaren (franquismo) gaan worden.
Feiten
Met de bouw van de Valle de los Caidos werd begonnen in 1940 een jaar na het einde van de burgeroorlog als herinnering aan “nuestra gloriosa cruzada” ofwel “onze glorieuze kruistocht”. Het moest een monument worden ter ere van de slachtoffers van de burgeroorlog, van beide kanten (mits katholiek). Er werden 33.833 mensen begraven in het monument. Ook oud dictator Franco had een plaats voor hemzelf gereserveerd om zo van het monument zijn mausoleum te maken.
In 1941 werd met de bouw begonnen; het geheel kwam gereed in 1959. In de rotsen werd een gigantische kerkruimte uitgehouwen, in totaal 260 meter lang en 22 meter breed. 200.000 ton graniet werd uitgehakt en met dynamiet opgeblazen om deze ruimte te creëren. Op de berg staat een kruis van 150 meter hoog. 20.000 politieke gevangenen hebben aan het monument gewerkt.
De omstandigheden van de bouw, het al of niet inzetten van dwangarbeiders en hun aantal, de arbeidsomstandigheden voor de gevangenen, het aantal verongelukte arbeiders blijven tot op heden een hevig strijdpunt. De meeste publicaties zijn sterk ideologisch gekleurd en de getallen lopen sterk uiteen, afhankelijk van het kamp van de schrijver of commentator.
Het hedendaagse Spanje, dat met de Ley de la Memoria Histórica uit 2006 (de Ley 52/2007, afgesloten op 26 december 2007) beslist heeft alle monumenten en straatnamen ter ere van prominenten uit de tijd van dictatuur uit het straatbeeld te verwijderen zit met dit monument voor het nationaal katholicisme in de maag.
Enerzijds wil de wet ertoe bijdragen dat de honderdduizenden doden die overal in anonieme massagraven begraven liggen geïnventariseerd en geïdentificeerd worden en anderzijds wil ze afrekenen met dit pijnlijke verleden. In tegenstelling tot andere dictaturen (nazi-Duitsland, Argentinië, Zuid-Afrika) was er in Spanje nooit een Commissie van de Waarheid opgericht om de misdaden van het regime te beschrijven.